Iris van der Horst m.m.v. David Geneste – J. Verheul Dzn. (1860-1948). Voor iedere periode, locatie of functie een passend ontwerp
Verheul Dzn., J.
€ 22,00
Beschrijving
Iris van der Horst m.m.v. David Geneste – J. Verheul Dzn. (1860-1948). Voor iedere periode, locatie of functie een passend ontwerp
Het treurigste gevoel dat ik ken is de weg te weten in een gebouw dat niet meer bestaat’. Deze uitspraak van Rudy Kousbroek is bij uitstek van toepassing op de Rotterdamse architect Johannes Verheul Dirkzoon (1860-1948) van wiens oeuvre door het bombardement op Rotterdam en door sloop nu nog maar de helft over is. Aanvankelijk opgeleid tot architect-timmerman bij zijn vader, ontwikkelde Verheul tijdens zijn studie in Delft een duidelijke voorkeur voor de `Delftse renaissance’ en de Duitse architectuurtheorie zoals gepropageerd door de eerste hoogleraar bouwkunde, Eugen Gugel. In 1884 ontving Verheul zijn eerste opdracht niet de prestigieuze ‘Groote Schouwburg’ in het centrum van Rotterdam. Na een prijsvraag, die tot felle discussies leidde, bouwde hij de Grote ‘Koninklijke’ kerk te Apeldoorn en vervolgens tal van luxueuze heren- en buitenhuizen. Onder invloed van nieuwe ontwikkelingen in binnen- en buitenland, kwam Verheul rond de eeuwwisseling met een eigen variant op liet Berlagiaanse modernisme. Ook flirtte hij kort maar intensief met de nieuwe Jugendstil, waarvan het verzekeringsgebouw `De Utrecht’ een uitbundig hoogtepunt in de Nederlandse architectuur vormde. Tevens werd Verheul gevraagd zijn ideeÎn over het moderne protestantse kerkgebouw in twee Haagse kerken vorm te geven en ontwierp hij bedrijfs- en kantoorgebouwen in een zakelijke, strenge vormentaal. Behalve als architect was Verheul bij de architectuurdiscussie betrokken als voorzitter van tal van beroepsverenigingen en als mederedacteur van het Bouwkundig Weekblad, en jureerde hij voor tal van nationale en internationale prijsvragen. Daarnaast trachtte Verheul in zijn functie als Rotterdams gemeenteraadslid van de snel veranderende Maasstad een `welgevormde’ metropool te maken, die ook het grootse verleden zou blijven uitstralen. De laatste jaren van zijn besteedde Verheul grotendeels aan het vastleggen van dit historische Rotterdam. Een omvangrijke collectie hoeken, artikelen en waterverftekeningen van zijn hand geven een uniek beeld van de verdwenen Maasstad. Dit alles maakt Verheul meer dan een architect die werkte op de vermeende scheidslijn tussen historiserende en moderne architectuur; Verheuls geschriften, ontwerpen en prominente rol in liet stadsleven schetsen het beeld van een veelzijdig en bevlogen ambachtsman, gehecht aan tradities maar zeker niet schuw van vernieuwingen.