Naam: | Gouvernementsgebouw Overijssel |
Type: | regeringsgebouwen; |
Opdrachtgever: | Provinciale Staten OverijsselMinisterie van Binnenlandse Zaken |
Uitgevoerd: | ja |
Bestaand: | ja |
Architecten: | onbekend, 1803, 1874; Lokhorst, J. van, 1895, 1898, uitbreiding met Statenzaal-; |
Bijdragen: | Hove, B. van -beeldhouwwerk-, Quack, J. de -interieurschilderingen-, Atelier Nicolas (Roermond) -gebrandschilderde glazen-, Blocks en De Herder (Zwolle) -aannemers-, Groenendaal, J.J. van -opzichter-, |
Adres: | Diezerstraat 80-Rodehaansteeg, 8011RJ, Zwolle; |
Archiefgegevens: | NA/archief ministerie van Binnenlandse Zaken, archief afdeling Kunsten en Wetens |
In de loop van de negentiende eeuw werden verschillende aanpalende panden in de Diezerstaat in de Zwolse binnenstad aangekocht ter huisvesting van het provinciaal bestuur. In 1874 volgde een 'algehele vertimmering' waarbij de nog bestaande neoclassicistische voorgevel van het complex tot stand kwam. De naastgelegen en sterk verwaarloosde ambtswoning van de commissaris des konings werd kort na 1892 gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe Statenzaal naar ontwerp van Van Lokhorst. De Overijsselse Staten eisten dat het gebouw een vergaderzaal met koffiekamer en 'enkele kleine gemakken' moest omvatten, alsook een publieke tribune, een kamer voor de commissaris van de koningin en een woning voor de conci?rge. Samen met Van Lokhorst bezochten de afgevaardigden in 1894 de Statenzalen van Leeuwarden, Groningen en Assen. Deze vielen blijkbaar zo in de smaak dat Van Lokhorst verzocht werd de nieuwe Statenzaal in Zwolle op vergelijkbare wijze vorm te geven. De Statenzaal is een opvallende verschijning in de Zwolse binnenstad, niet in het minst door het gebruik van een katholiek-ge?nspireerde neogotiek. De zaal heeft een rechthoekige plattegrond, twee bouwlagen opgetrokken uit rode baksteen en wordt gedekt door een met leien belegd afgeknot schilddak. Aan de achterzijde bevindt zich een binnenplaats en aan de Rode Haanstraat liggen de overige vertrekken. De hoofdgevel aan de Diezerstraat is vier travee?n breed en voorzien van twee rijen spitsboogvensters gescheiden door lisenen met pinakels die uitlopen in hoektorentjes. De gevel is verder afgewerkt met een spitsboogfries, een balustrade met driepassen en twee gebeeldhouwde vrouwfiguren onder baldakijnen, voorstellende de Vrede (links) en de Gerechtigheid (rechts). Nabij de hoek bevindt zich de hoofdingang en een ver overkragende en spitse arkeltoren die rust een uitbundig versierde kraagsteen. Het interieur is nog rijker van uitvoering. De wanden, plafonds, gebrandschilderde vensters, lambrizeringen en vloeren passen allen in eenzelfde programma waarin algemeen politiek-bestuurlijke waarden en de geschiedenis van Overijssel centraal staan. Zo is in een van de blinde spitsboognissen van de Statenzaal een kleurige schildering van Lebu?nus die het christendom in Overijssel preekt, aangebracht. De zuivere neogotische vormgeving van de Statenzaal vormt, samen met en een ontwerp voor het Academiegebouw in Utrecht uit 1887 en enkele laboratoriumgebouwen uit de jaren 1890, een uitzondering in het verder overwegend neorenaissancistische oeuvre van Van Lokhorst. Behalve de katholieke invloed van De Stuers en Cuypers, kan de keuze voor de gotiek ingegeven zijn door de behoefte de voorname status van Zwolle als laatmiddeleeuwse (en -gotische) stad in het Oversticht te representeren. De ambachtelijke en in hoge mate samenhangende in- en uitwendige afwerking van dit gebouw, uitgevoerd door verschillende kunstenaars onder leiding van ??n bouwmeester, maakt dit gebouw tot een van de beste voorbeelden van het laat-negentiende-eeuwse ideaal van een Gesamtkunstwerk. Het gebouw doet sinds 1986 dienst als openbare bibliotheek, waarbij er aan de achterzijde nieuwbouw is gepleegd. Het negentiende-eeuwse complex verkeert in gave toestand en is een Rijksmonument.