Naam: Kantoorgebouw Nederlandsche Handel-Maatschappij NV Jakarta Indonesi?
Type: kantoorgebouwen;
Opdrachtgever: Nederlandsche Handel-Maatschappij NV Amsterdam
Uitgevoerd: ja
Architecten: Smits, A.P., 1929, 1933; Linde, C. van de, 1929, 1933; Smits, A.P., 1950, uitbreiding-;
Adres: , Jakarta;
Archiefgegevens: NAi/SMIT S3;ABN-AMRO archief; NHM-archief/NationaalArchief.
Bijzonderheden:

Het beschikbare terrein meet ongeveer 100X110 meter. Het kantoorgebouw werd in een carr?vorm gebouwd. Omdat ??n vleugel lager is dan de andere maakt het gebouw de indruk in een U-vorm gebouwd te zijn. De binnenplaats meet 40X50 m. Het project werd gelijktijdig gebouwd met het kantoor voor de NHM in Medan. Architect C. van de Linde maakte in 1928 met technisch adviseur J.J.J. de Bruyn van de NHM een ori?nteringsreis naar Nederlands-Indi?. Hij begeleidde de bouw van beide bouwwerken, en verbleef daarvoor vier jaar ter plaatse.De stad Batavia, gesticht door J.P. Coen in het begin van de 17e eeuw had alle trekken van door Nederlanders gestichte stad. Een rechthoekige plattegrond, met een eenvoudig grid van straten. Onder beheer van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) kwam de stad tot bloei in het tweede deel der 17e eeuw. Daarna trad langzamerhand een groot verval in. Na de opheffing van de VOC werd onder gouverneur-generaal Daendels begin 19e eeuw enkele kilometers ten zuiden van de vervallen benedenstad een nieuw centrum gesticht rond het oude landgoed Weltevreden. De oprichting van de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) in 1824 betekende een grootschalige exploitatie van cultures. Het loslaten van het monopolie hierop, die met de Suikerwet (1870) en Agrarische Wet (1871) zijn beslag kreeg, gaf een grote economische impuls, en tal van ondernemingen, banken en handelmaatschappijen vestigden zich in de stad. Er werden spoorwegen aangelegd, een nieuwe haven Tandjong Priok. Vanaf de eeuwwisseling kwam een grote stroom Europeanen naar Indi?, waardoor het inwonertal snel toenam. Ook trokken vele Javanen van het platteland naar de stad, waar zij in kampongs onder vaak slechte hygi?nische omstandigheden leefden.Hoewel de stad zich in zuidelijke richting verder uitbreidde, bleef door grootschalige ingrepen in de oude stad dit centrum van belang. Eind jaren twintig werd ten zuiden van de oude omwalling een groot kopstation gebouwd -Kota Batavia- door de Nederlandse architect F.J.L. Ghijsels (1884-1947). Aan het stationsplein verrezen diverse grote bankgebouwen, waaronder de Javaansche Bank. Recht tegenover het station verwierf de NHM grond voor de bouw van hun Factorij.In Nederlands Indi? werden in het interbellum van veel gebouwen het uiterlijk mede bepaald door een onbevangen omgang met de tropische omstandigheden zowel in klimatologisch als technisch opzicht. Beschikbaar materiaal, klimaat, constructie en bestemming vormden voor de vormgeving het uitgangspunt. Zo was lange tijd de slechte kwaliteit van de baksteen reden om gebouwen te pleisteren. Verder was het weren van de zon een vormgevende factor. Bij het NHM gebouw werden de vleugels van het NHM zodanig geplaatst dat er zo min mogelijk hinder van de tropische zon ontstond. Ook in de gevels bepaalde de zon voor een deel de vorm. Achter de over twee verdiepingen doorlopende kolommen was ruimte voor diepe galerijen gelaten.Opvallend in zijn verslag in het Bouwkundig Weekblad over de bouw van het complex, is de aandacht van Van de Linde voor het bouwambacht, en de wijze waarop dat in Indi? door de Javanen werd bedreven. Hun omgang met materialen en het respect voor elkaars werk stelde hij tegenover de werkwijze van bouwvakkers in Nederland, waar hij zich groen en geel aan ergerde.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...