Naam: Fabriekscomplex Hoogovens Velsen
Type: fabrieken;
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Rood, A.H. van, 1919, 1923; Rood, A.H. van, 1937, uitbreiding met buizenfabriek-; Rood, A.H. van, 1947, 1948, uitbreiding met laboratorium-; Rood-van Rijswijk, A.P. van, 1951, 1952, uitbreiding van laboratorium-;
Adres: , Velsen;
Bijzonderheden:

Het bedrijfscomplex ligt in de Breesaap, het Duinlandschap ten Noorden van het Noordzeekanaal. De door Van Rood ontworpen bebouwing bestond onder meer uit: ertsbunkers, cokesbunkers, hoogovens met hoogovenhuizen, bedrijfshallen, laboratoria, een elektrische centrale, een transformatorhuis, een watertoren, kantoorgebouwen, een badhuis, wegen, spoorwegen en havens. De situering van het complex werd in 1919 zodanig gekozen, dat de bossen en oude boerderijen zoveel mogelijk intact bleven. Het fabrieksterrein werd aangelegd als een reeks terrassen die monumentaal uit het water van de Buitenhaven oprijst. De cokes- en ertsbunkers werden uitgevoerd in gewapend beton. Ook de 44,8 meter hoge watertoren, die inmiddels is gesloopt, was van gewapend beton. Deze toren werd gebruikt voor koelwater en had een cilindrische, gesloten bovenbouw op een open draagconstructie. In de bovenbouw bevonden zich twee waterreservoirs, de bovenste met een betonnen kegelbodem en de onderste met een vlakke bodem. De elektrische centrale was een rechthoekig bakstenen pand met een lichthellend zadeldak, voorzien van ventilatiekap. Centraal in ��n van de lange gevels bevond zich de hoofdingang, die was voorzien van een monumentale dubbele bordestrap. De ingang had een rechthoekige omlijsting van siermetselwerk. In de hal was een lambrisering van lichte tegels met donkere tegelbanden. De trap had een getrapte, gepleisterde borstwering met zwarte dekplaten. Bij de centrale behoorde een transformatorgebouw, dat bestond uit een hoog, gesloten blok met lisenen en een lage vleugel. Op het Hoogovensterrein stond verder een klein bakstenen badhuis, bestaand uit twee naast elkaar gelegen bouwdelen met licht hellende zadeldaken. In de tweede helft van de jaren dertig werd het complex uitgebreid met een buizenfabriek. Deze fabriek werd opgetrokken in ijzervakwerk: een stelsel van stalen balken met invullingen van baksteen. Eind jaren veertig volgde nog een laboratorium. Het laboratorium is in 1951-1952 uitgebreid met een vleugel met sheddaken naar ontwerp van A.P. van Rood-van Rijswijk.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...