Naam: Seinhuis Spooremplacement Maastricht
Type: seinhuizen;
Opdrachtgever: Nederlandse Spoorwegen
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Ravesteyn, S. van, 1932;
Bijdragen: onbekend -uitvoering-,
Adres: Spooremplacement, Maastricht;
Archiefgegevens: NAi/RAVE 58;NAi/fotocollectie S. van Ravesteyn 009148,010072,010073,010076,01523
Bijzonderheden:

Dit seinhuis is het enige nog bestaande van de hand van Van Ravesteyn. Het is ongebruikt gehandhaafd als beschermd Rijksmonument, ondanks dat het volgens de NS in de weg staat.Tussen de sporen was slechts een zeer klein driehoekig terrein beschikbaar voor een minimale pootconstructie. Daarom is het op kolommen opgesteld, waarbij de 'bak' die het elektrische bedieningstoestel van tienduizend kilogram bevat, boven de er onderdoor rijdende treinen moest worden ontworpen. Voor het in die tijd nieuwe, beknopte systeem seintoestel - waarbij het toetsenbord geconcentreerd werd en het toestel grotendeels onder de seinhuisvloer (9,5 m boven de grond) werd geborgen - was een 2,5 m hoge contactkamer onder de seinhuisvloer nodig. Van de twee kolommen is de zuidelijke hol; deze bevat de verwarmingsketel. De andere, massieve kolom moest zo geplaatst worden dat het inhijsgat en de kabelkoker vrij bleven. Voor de berging van de vele, opstijgende kabels dient een met ijzeren deuren afgesloten ruimte, die tegen deze dunste poot was aangebouwd. Door de beperkte terreinruimte is deze kolom naar achteren geplaatst en van voren afgeschermd door deurwanden, die geen steunfunctie vervullen. Het gevolg was dat de bovenbouw een groot overstek kreeg, waardoor de kolommen 'ijl' lijken. Deze waren echter verankerd in een zware funderingsplaat. Een langsbint onder de vloer van de zwaar belaste contactkamer brengt de druk hiervan en die van het dak over op de kolommen. De wens tot vrij zicht vanuit het bedieningslokaal leidde tot een ingenieuze constructie, waardoor de glaswand met stalen ramen slechts door één steunpunt wordt onderbroken. Daartoe is de zuidelijke draagkolom doorgevoerd, die het hele gewapende betonnen zadeldak draagt. Deze enige 'penant' werd ook gebruikt om hijslier, expansievat en schoorsteenpijp tegen te bevestigen. De W-vormige doorsnede van het dak wordt gevormd door aan beide zijden uitstekende luifels voor zonbescherming, aangevuld met zonneschermen langs oost-, zuid- en westwand. Het grote glasvlak maakt deze voorzieningen noodzakelijk. Tevens werd door de doorsnede van de dakplaat het zo benodigde traagheidsmoment verkregen. Aan de noordzijde (de zijde waar geen kolom is) werd het glas tot in het dakprofiel doorgezet omdat daar geen behoefte aan een luifel was. De bedieningspersoon was met de ogen naar de ruit toegericht. Ter voorkoming van reflexen van kunstlicht van bijvoorbeeld seinpalen, werden de ruiten in de korte zijden (dwars op de lengterichting van het emplacement) hellend geplaatst (1:6). Het interieur toont hoe gering het gedeelte van het bedieningstoestel is dat door de vloer uitsteekt. Vóór de bedieningstafel bevindt zich een luik boven de contactkamer. Het met rubber beklede luik is ophijsbaar door middel van een draailier en kan aan haken in het plafond worden opgehangen. De gewapende betonconstructie werd in ruim twee maanden voltooid. Het vrije uiteinde van de dakplaat werd 1 cm te hoog bekist; na ontkisting boog dit uiteinde door het eigen gewicht 1 cm door, zodat de juiste hoogteligging verkregen werd. Gewapend beton is gekozen vanwege de zeer geringe wanddikten die met dit materiaal konden worden bereikt. De eenvoudige afwerking compenseerde de langere bouwduur van het gewapende beton, bestendigde het bouwwerk (vooral in dit geval) tegen rookgassen en maakte onderhoud overbodig.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...