Naam: | Landhuis De Blauwe Kamer Ginneken |
Type: | landhuizen; |
Uitgevoerd: | ja |
Architecten: | Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1921; Nieukerken, J. van (Van Nieukerken), 1921; |
Adres: | , Ginneken; |
Archiefgegevens: | NAi/NIEU 111-113 (bestek, tekeningen, foto's),584( p.108);Bibliotheek NAi/AR.B01 |
Het landhuis De Blauwe Kamer is binnen het oeuvre van de Van Nieukerkens nogal exeptioneel. Zij waren bij dit huis meer dan ooit gebonden aan de specifieke wensen van de opdrachtgever. De heer Tijdeman, voor wie het bureau Van Nieukerken in 1897-1898 een herenhuis te Breda had gebouwd en die ook de initiator was van de restauratie van de Grote Kerk aldaar, was eigenaar van het landgoed 'De Blaauwe Kamer' te Ginneken, even buiten de stad. In 1921, vijf jaar na zijn overlijden, wenste zijn weduwe, mevrouw J.M. Tijdeman - Ver Loren van Themaat, samen met haar oudste zoon, op dit landgoed een buitenhuis neer te zetten. (De Blauwe Kamer', Archief NAi/ NIEU111-113;Nederland's Patriciaat, 9 (1918), 373) Echter geen kasteelachtig landhuis zoals de Van Nieukerkens gewend waren maar meer een huis in moderne trant met lage verdiepingen, lage langgerekte vensters en hoge rieten kappen. Dit alles druiste zeer tegen de beginselen van de Van Nieukerkens in. 'Niets hebben we in ons land van lange winters en korte zomers meer noodig dan lichttoetreding en zon in de verste hoeken van onze woning.' (Van Nieukerken, 1942-1962, 109, 111, 429) Lage ramen en lage vertrekken, zoals die rond die tijd in de mode waren, ontleend aan de lage, langgerekte vensterreeksen van de Engelse cottages, staan een optimale lichttoetreding in de weg en hebben een sombere woning tot gevolg. Daarnaast zorgen lage vertrekken ervoor dat er snel een bedompte atmosfeer in huis ontstaat en een gebrek aan frisse lucht. Ook de wens van een rieten kap was tegen hun principes, niet omdat ze dat niet mooi vonden maar omdat het typerend was voor een boerenwoning en niet paste bij een buitenhuis.Er moest dan ook heel wat worden geredetwist voor dat de definitieve vorm op papier stond. Het uiteindelijk gebouwde huis werd een compromis tussen de uitgangspunten van de Van Nieukerkens en de idee?n van de familie Tijdeman. De verdiepingen kregen de normale hoogte en ook de vensters waren even hoog als gebruikelijk. Wel kreeg het huis een hoge rieten kap met grote schoorstenen in Engelse trant en wolfeinden boven de zijgevels. De aanzet van de kap bevindt zich vlak boven de eerste bouwlaag.Het huis is vrijwel symmetrisch en doet daarin denken aan de landhuizen die bijvoorbeeld Karel de Bazel in de voorafgaande jaren bouwde. Slechts de uitbouw met dienstvertrekken aan de zijgevel en de onregelmatig geplaatste schoorstenen verbreken de symmetrie.De indeling van het huis is strak. De hal, met in het verlengde het trappenhuis, snijdt het gebouw in twee gelijke delen. Het trappenhuis heeft fraai houtsnijwerk, en neemt door zijn grootte een zeer dominante plaats in binnen het huis. Het voorbeeld van De Blauwe Kamer is door de Van Nieukerkens niet herhaald, wat er op wijst dat het niet geheel overeenstemde met het idee dat zij van een landhuis hadden.