Naam: | Station H.IJ.S.M. Den Haag |
Type: | stations; |
Opdrachtgever: | H.IJ.S.M. |
Uitgevoerd: | ja |
Bestaand: | ja |
Architecten: | Margadant, D.A.N., 1888; |
Bijdragen: | Taverne, M.A.J. -uitvoering-, Van den Bossche en Crevels (Amsterdam) -beeldhouwwerk-, Hendricks, M.A. -schilderwerk-, Atelier Het Prinsenhof-Jnn Schouten (Delft) -glas-in-lood-, Rozenburg (Den Haag) -tegeltableaus-, Fa. Mutters (Den Haag) -inrichting en aankleding-, |
Adres: | Stationsplein 25, 2515BV, Den Haag; |
Het station te Den Haag is het eerste door de H.IJ.S.M. aanbestede stations, en werd beschouwd als de monumentale tegenhanger van het Amsterdamse Centraal Station van P.J.H. Cuypers. Het station kwam als eerste op een ophoging te liggen waardoor het scheepvaartverkeer over de Trekvliet en het wegverkeer over de straatweg, ongehinderd doorgang vonden. De verhoogde spoorbaan bood de mogelijkheid een nieuw type station toe te passen waarbij een groot aantal functies op het door een tunnel te bereiken perroneiland werd ondergebracht. Het gebouw is opgetrokken in een uitbundige, internationale neorenaissancestijl waarbij de gevels en binnenwanden zijn voorzien van natuurstenen ornamenten en allegorische voorstellingen verwijzende naar onder meer het koningshuis, de handel en de spoorwegen. Het relatief kleine hoofdgebouw aan het Stationsplein bestaat uit drie bouwdelen: centraal het symmetrische ontvangstgebouw met loketten, geflankeerd door links de vleugel van de koninklijke wachtkamer en rechts door de zuidelijke vleugel. Het seinhuis en de wachtruimten voor reizigers bevinden zich in langgerekte bouwdelen op het perroneiland, bereikbaar via tunnels. Het gedeelte met de wachtruimtes bevatte oorspronkelijk een wachtkamer eerste, tweede en derde klasse, toiletten en een tabakswinkeltje, restauratie en ruimte voor de restaurateur. Het meest interessante deel van het gebouw is het nog steeds het bestaande koninklijke paviljoen, dat door de H.IJ.S.M werd ingericht om het vorstenhuis als klant aan zich te binden. Het paviljoen is toegankelijk vanaf het stationsplein, waar het voorzien is van een monumentale trapgevel met beeldhouwwerk, alsook vanaf het perron, en bevat een trappenhuis, een wachtkamer op perronhoogte, twee kabinetten met toiletruimte en twee zijkamers. De ruimtes zijn vanzelfsprekend uitbundig versierd met triomfbogen, reliƫfs en beschilderingen waarbij de vorsteniconografie en spoorwegsymboliek centraal staan. Ook de afwerking van de rest van het station was oorspronkelijk zowel in- als extern zeer overvloedig. Zo lag op de vloer van de eerste klasse wachtkamer volgens de N.R.C. van 27 mei 1888 een Deventer tapijt en hingen er boven de ramen draperieƫn. Behalve prachtig meubilair van de Haagse firma Mutters was er bovendien een pouffe van rood fluweel als zitmeubel en een toiletkamer voor de eerste klasse dames. Opmerkelijk is ook de gietijzeren overkapping opgebouwd uit samengestelde segementboogspanten die rusten op versierde gietijzeren zuilen. De overkapping bestaat uit vier kappen, twee brede en twee smalle, en twee opvallende dwarskappen waarvan de kruising wordt bekroond door een lantaarn. Aan het stationsplein kwam in het verlengde van het ontvangstgebouw rechts een kapconstructie te staan waar rijtuigen en later de tram naar Scheveningen de reizigers opwachtten, nu zijn er winkels en bedrijven gevestigd. Links kwam een aparte overkapping voor de Hofpleinspoorlijn naar Rotterdam en Scheveningen uit 1908. Het station Hollands Spoor werd in de jaren 1990 ingrijpend gemoderniseerd en opgeknapt.