Het ontwerp voor het vrijstaande L-vormige woonhuis in het polderlandschap heeft een woonkamer over bijna de gehele breedte van de woning aan de achterzijde met een grote glaspartij. Vanuit de entree is via de dienkamer de keuken bereikbaar, maar het is het meest vanzelfsprekend dat de bezoeker de trap op gaat naar de hal die 1.2 meter hoger ligt. Hier bevinden zich ook het toilet en de garderobe. Vanuit de hal is aan de ene kant een slaapvleugel gelegen, met daarin een slaapkamer met een eigen aankleedruimte en een badkamer. Ook liggen daar een logeerkamer, een dienstbodekamer, een extra badkamer en een trap naar de bovenverdieping. Aan de andere kant van de hal is de woonkamer bereikbaar die 1,2 meter lager ligt. Deze toegang loopt achter de haard langs en vanaf hier is er overzicht over de woonkamer. Naast de woonkamer ligt de eetkamer; deze zijn met elkaar verbonden door een taatsdeur die precies voor de penant in de gevel past. Vanuit de woonkamer is het terras in de tuin bereikbaar via schuifdeuren over de volle hoogte van de ruimte. Aan beide zijden van de tuin wordt de privacy gewaarborgd door aan de ene kant een doorgetrokken muur met een pergola en aan de andere kant een doorgetrokken muur met daaraan een buiteneettafel. Dit deel van de tuin is ook bereikbaar vanuit de eetkamer via een staldeur. De woning heeft een zadeldak en is opgetrokken in metselwerk.