Naam: Woontoren Reyertoren Rijerdijk-Groenix van Zoelenlaan Rotterdam
Type: woontorens;
Opdrachtgever: Sociaal Fonds Bouwnijverheid, later overgenomen door Pink Tower Projectontwikkel
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Dijkstra, Tj. (architectenbureau Dijkstra Edam), 1993, 1998;
Bijdragen: Kanters bouwbedrijf Puttershoek -uitvoering-,
Adres: Reyerdijk, 3079 NC, Ijsselmonde Rotterdam;
Archiefgegevens: archief Dijkstra/9308
Bijzonderheden:

In 1993 kreeg Dijkstra van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid (SFB) de opdracht voor een haalbaarheidsstudie naar de bouw van een complex met 80 sociale huurwoningen op de hoek van de Reyerdijk en de Groeninx van Zoelenlaan te Rotterdam. Het betrof een voormalig boorterrein van de Nederlandse Aardolie Maatschappij in de wijk IJsselmonde. Eerder waren op deze locatie al verschillende bouwinitiatieven gestrand.Dijkstra ontwierp een slanke toren. Een externe door de opdrachtgever ingeschakelde kostendeskundige berekende in het stadium van het voorlopig ontwerp dat het plan haalbaar zou zijn in de gegeven huurcategorie (ongeveer fl. 900,- per maand). In 1995 werd conform de standaardprocedures van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (BPF) door loting een aannemer aangewezen om in het bouwteam deel te nemen. Toen bleek de haalbaarheid toch tegen te vallen: er was sprake van overschrijding van het budget met ongeveer 15%.De opdrachtgever verlangde daarop van Dijkstra dat hij het ontwerp zodanig zou aanpassen dat het binnen het budget gebouwd zou kunnen worden. Dijkstra onderzocht de mogelijkheden en kwam daarbij tot de conclusie dat dit zou leiden tot dusdanig ingrijpende wijzigingen dat het plan in stedenbouwkundig opzicht op de gegeven plek niet meer te handhaven was. Dijkstra achtte het bestaande plan w�l haalbaar in de koopsector. Omdat BPF zelf niet bouwde in de koopsector, was het fonds bereid het project over te dragen. Dijkstra voerde overleg met een makelaar en met een belegger die zich bereid verklaarde het project, indien nodig, te financieren. Daarop besloot Dijkstra de ontwikkelingsmaatschappij Pink Tower Projectontwikkeling bv op te richten, met hemzelf als enige aandeelhouder. Pink Tower nam vervolgens het project van BPF over. De verkoop van de appartementen, grotendeels aan gegadigden uit de naaste omgeving, verliep voorspoedig en niets stond realisatie meer in de weg. Maar toen een bewoner van een naastliggend flatgebouw een bezwaarschrift indiende, werd de bouwvergunning ingetrokken en trad er aanzienlijke vertraging op. Hierdoor moest Dijkstra opnieuw onderhandelen over de grondprijs en bezuinigingen aanbrengen in het plan, om compensatie te vinden voor de inmiddels sterk gestegen bouwprijzen. Uiteindelijk startte de bouw alsnog in 1998 en werd het complex in 2000 opgeleverd aan de kopers.Het gebouw bestaat uit twee schijven aan weerszijden van een centraal ontsluitingsgebied met de liften en de trappen. De schijven zijn ten opzichte van elkaar iets verschoven en staan grotendeels los van elkaar. Op die manier werd bereikt dat het daglicht tot ver in de centrale ruimte doordringt, tot bij de entrees van de appartementen. De vide aan de zuidzijde van deze centrale ruimte, die vrijwel de volle hoogte van de toren beslaat, draagt daaraan in belangrijke mate bij. Hij vangt veel zon en maakt dat de verkeersruimten die de woningen ontsluiten, het karakter krijgen van een semibuitenruimte. Dat wordt nog versterkt doordat zich bovenin de vide een dakraam bevindt dat bij warm weer automatisch wordt geopend. Dijkstra heeft als architect en ontwikkelaar de vergunning voor het maken van een open vide bij de rechter moeten afdwingen, omdat deze aanvankelijk wegens vermeende strijdigheid met het Bouwbesluit werd geweigerd.De woontoren is achttien verdiepingen hoog en omvat 84 woningen. Er zijn zestien lagen en op iedere laag zijn er vier hoekappartementen. Per twee lagen liggen middenin twee maisonnettes. De idee was dat halve of hele maisonnettes na verloop van tijd, desgewenst bij een hoekwoning getrokken kunnen worden. Deze ruimte kon dan als werkruimte of als aanleunwoning fungeren, bijvoorbeeld voor studerende kinderen of bejaarde ouders. Dat is echter nauwelijks gebeurd. Op de bovenste twee lagen bevinden zich vier royale penthouses met grote dakterrassen en een woonkamer onder een hellend dak.Dijkstra streefde ernaar het gebouw te laten dienen als markant stedenbouwkundig element. Door de toren haaks te plaatsen op het naastliggende flatgebouw, is het uitzicht daarvan zo min mogelijk belemmerd. Het gebouw is in de omgeving verankerd door het handhaven van bestaande boompartijen, het doortrekken van een bestaande waterpartij en een zorgvuldige vormgeving van de buitenruimte met een eigen parkeerplaats die door een beukenhaag is omgeven.

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...