Naam: | Revalidatiecentrum en school Buitenhof Westlandseweg Delft |
Type: | revalidatiecentra/scholen; |
Opdrachtgever: | Stichting Revalidatiecentrum Delft en omstreken Delft |
Uitgevoerd: | ja |
Bestaand: | ja |
Architecten: | Dijkstra, Tj. (Architectengroep Verster Dijkstra Cannegieter), 1963, 1966; Beenen, C. (voorlopig ontwerp mytylschool), 1963; Dijkstra, Tj. (Architectengroep Verster Dijkstra Cannegieter), 1968, bouw hostel en inrichting hostel-; |
Bijdragen: | Wernink's Beton en Aanneming Maatschappij NV Leide -uitvoering-, Obelt Mijnssen NV Amsterdam -uitvoering installaties-, Van Dijk en Hoogstede Delft -uitvoering installaties-, Hubers, B. -wandkleed-, Van den Broek, J. -glaswand-, |
Adres: | Westlandseweg, 2625 AD, Delft; |
Archiefgegevens: | archief Dijkstra/6307, 6816, 6817 |
In 1960 kreeg het bureau Verster opdracht voor het ontwerp van een nieuw revalidatiecentrum in Delft. Opdrachtgever was Stichting Revalidatiecentrum voor Delft en omstreken en Dijkstra werd de verantwoordelijke architect. Het complex bestaat uit vier onderdelen. Ten eerste was er een mytylschool (een school voor kinderen met een lichamelijke handicap) met zestien klassen. Ten tweede, een afdeling fysische therapie voor de kinderen van de mytylschool maar tevens voor volwassenen. Ten derde was er een afdeling arbeidstherapie voor volwassenen. En tot slot een zogeheten �medische afdeling� met ruimten voor artsen, psychologen, logopedisten, bestuur en administratie.Het programma van eisen omschreef onder andere de ligging van de onderdelen ten opzichte van elkaar. Die schikking kwam voort uit de onderlinge relatie tussen de afdelingen. Belangrijk was daarbij de scheiding tussen de gebieden voor kinderen en volwassenen, maar beide groepen moesten wel gebruik kunnen maken van de afdeling fysische therapie met daarin het zwembad. Verder moesten alle ruimten bij voorkeur op de begane grond gesitueerd zijn in verband met de toegankelijkheid voor rolstoelen. De klaslokalen van de mytylschool kregen geknikte, bij de gevels opgebogen daken. De geringere plafondhoogte in het midden zorgt voor intimiteit en de opgebogen randen voor royale daglichttoetreding. Daarbij voldoet de gemiddelde hoogte van de lokalen toch aan de voorschriften. De afdeling fysische therapie bestaat uit twee delen: een nat en een droog deel. Het natte deel bevat een zwembad met bijbehorende ruimtes. Dit zwembad heeft een vloer die in hoogte verstelbaar is. Daardoor kon het bad worden aangepast aan de mogelijkheden van de pati�nten en aan de eisen vanuit de therapie�n. Ook is er een speciaal kinderbad en een ruimte voor arm- en beenbaden. Het droge deel bestaat uit een sportzaal voor groepen en aan weerszijden daarvan oefenzalen voor individuele oefeningen: een voor volwassenen en een voor kinderen. Verder zijn in het droge deel ook cabines voor massage en elektrotherapie voor kinderen en volwassenen gesitueerd. De afdeling arbeidstherapie is voornamelijk gericht op het medisch herstel van lichaamsfuncties. Deze afdeling omvat faciliteiten voor diverse bezigheden, zoals metaal- en houtbewerking en training in dagelijkse bezigheden. Ook is er een orthopedische werkplaats, de afdeling ergometrie en het ketelhuis. Bij de ingang is een grote eetzaal gesitueerd die normaal dienst doet als wachtruimte voor pati�nten maar ook kan worden gebruikt voor bijeenkomsten.Bij de materiaalkeuze is gestreefd naar een niet-klinische sfeer. Zo is veel gebruik gemaakt van baksteen en hout. Dijkstra hechtte groot belang aan het feit dat de pati�nten niet in de sfeer van een ziekenhuis terecht kwamen. Hierin is hij ge�nspireerd door de opvattingen van geneesheer-directeur dr. Bruyel. Hij vond dat pati�nten bepaalde voorzieningen nodig hadden, maar verder zo veel mogelijk gestimuleerd moesten worden in het �normaal zijn�.