Deze woning van twee verdiepingen was gelegen op een ruim terrein. Op de begane grond waren een grote ontvangzaal, eetkamer, keuken, een aantal kamers en een halve ronde kas aan de achtergevel. De gasten konden de woning op twee manieren binnenkomen. Via een met schildak afgedekte luifel, waar een auto onderdoor kon rijden, de gast kon worden afgezet en waar men via de deur de ontvangstzaal kon binnentreden. De tweede manier was via de ingang aan de voorzijde, waar men niet via de ontvangstzaal hoefde te lopen. De ontvangstzaal en het terras waren met glasdeuren afgescheiden. De deuren konden volledig geopend worden wanneer er een ceremonie of feest gehouden werd. Met de trap kwam men op de eerste verdieping waar zich de slaapkamers bevonden aan een open gang. Naast de open gang was de vide van de ontvangstzaal.Het gebouw had een goede indeling en een strakke uitstraling met weinig ornamenten. Alle elementen in het gebouw waren functioneel maar het betekende niet dat het ten koste van de esthetische waarde ging. Zo zorgde Breuning dat de daken verschillende lagen en hoogten hadden, ook het plaats van de luifels boven ramen en de ronde ramen gaven accenten aan het gebouw. Zoals bij Breunings andere werken, gebruikte hij kalisteen voor de plinten. Aan de linkerzijde was een apart gebouwtje met ??n lang zadeldak waarin zich de garage bevond, en in het lage gedeelte de bediendekamers. Het gebouwtje werd geaccentueerd door een hoog puntdak.