Naam: | Complex woningen en bedrijfsruimten Patrimonium-Bouwfonds Proviciale weg e.o. Zaandam |
Type: | bedrijfsruimten; ,woningbouwcomplexen; |
Opdrachtgever: | Beheerstichting Patrimonium, Bouwfonds Woningbouw Haarlem |
Uitgevoerd: | ja |
Bestaand: | ja |
Architecten: | Bosch, Th.J.J. (Bosch (Bosch, Th.J.J.)), 1989, 1991; Burger, F. (Bosch (Bosch, Th.J.J.)), 1989, 1991, ontwerpassistentie-; |
Bijdragen: | M.J. de Nijs -uivoering-, |
Adres: | Marga Klomp?straat, Zaandam; Gerda Brautigamstraat, Zaandam; Provinciale weg, Zaandam; |
Archiefgegevens: | NAi/BOSC 235, 236, 237, 238, 239, 240, 241, 242, 243, f244, f426, n427, 245 |
In het heetst van de strijd tussen gemeente en bewoners was Theo Bosch vaak de geschikte persoon om tot een voor beide partijen, maar ook voor de stad goede oplossing te komen. Voor het zover was in de Zaandamse Spoorbuurt, ging er flink wat water door de Zaan. Weigering tot inspraak, een kort geding tegen de gemeente, bodemverontreiniging, bewonersbezwaren vanuit de aangrenzende wijk en planaanpassingen vanwege veranderingen in het programma van eisen verlengden de termijnen van ontwerp en uitvoering. Theo Bosch heeft de oplevering niet kunnen meemaken. Toen was de kritiek al verstomd en vroegen velen zich af waarom ze zich ooit zo hadden opgewonden. Er was een buurtje gerealiseerd, met verschillende sfeergebieden en woningtypen waarin stedenbouw en architectuur een eenheid vormen.
Aan de drukke Provinciale Weg werd een lange wand met woningen, gestapeld op een hoge plint met bedrijfsruimtes. De flauw gebogen be?indiging van deze wand begeleidt de entree naar het buurtje. Haaks op de wand flankeren strookjes eengezinswoningen autovrije straatjes. Het strookje aan de rand langs de buurtontsluitingsweg is ingevuld met drive in-woningen, die zich met een tamelijk gesloten gevel afkeren van het aangrenzende bedrijfsterrein. De koppen van de strookjes liggen aan een groengebied dat in twee?n wordt gedeeld door het recreatiewater de Vaart. Aan de overzijde van de Vaart zijn drie ovaalvormige appartementengebouwtjes (de 'hoedendozen') in het groen opgenomen, aan de rand van de flatwijk Statenhoek.
De bouw van het station eind negentiende eeuw was ooit aanleiding geweest tot de aanleg van de Spoorbuurt. Tussen 1884 en 1911 waren 231 woningen gerealiseerd op langwerpige kavels die ontstonden door het volplempen van slootjes haaks op de Vaart. Na de sloop van het station in 1983 (een aanslag op de levendigheid van de buurt) werden ook sloopplannen gelanceerd voor de buurt. 'Waardevolle traditionele Zaanse houtbouw', noemden tegenstanders van sloop het. Die waren niet gering in aantal: alleen al 89% van de bewoners van het armlastige maar sociaal coherente buurtje sprak zich uit tegen vervangende nieuwbouw. De staat van de gedeeltelijk in houtskeletbouw uitgevoerde woningen was echter dermate abominabel dat de Gemeenteraad van Zaanstad hiertoe in 1988 toch besloot.
Uit vier door de gemeente geselecteerde architectenbureaus kozen bewoners en ambtenaren unaniem voor de in de stadsvernieuwing door de wol geverfde Theo Bosch. De gemeenteraad stemde in met zijn stedenbouwkundig plan dat gebaseerd was op het verkavelingspatroon van het oude buurtje. De uitvoering van de tweede fase werd na 1995 realiseerbaar geacht, maar pas na gemeentelijk aankoop en sloop van zowel het politiebureau als een streekschool. Dit gebeurde, maar er werd een nieuw plan gemaakt. Zo werd de lange wand niet verlengd tot het symmetrisch volume met de identieke, gebogen be?indigingen. Maar er waren al eerder wijzigingen. Het bezwaar vanuit de Statenhoek tegen de 'hoedendozen' werd verworpen, maar Bouwfonds zelf verloor het vertrouwen in de vrije markt waardoor uiteindelijk drie appartementengebouwtjes werden gerealiseerd. Dit bracht meer ruimte in het middengebied waardoor de vijf strookjes eengezinswoningen werden verlengd. Omdat de vraag naar goedkopere woningen toenam, werd Bosch gedwongen de dakopbouwen uitsluitend toe te passen bij de hoekwoningen en ontstonden niet de ononderbroken, gestroomlijnde 'treincoupeetjes'. Wordt aan de zonzijde de vlakke wand slechts geleed door de repetitie van erkers, de geluidsluwe zijde toont iets van de structuur van het schijfvormig woongebouw en van het leven dat zich afspeelt in de appartementen en maisonnettes. De galerijen zijn bereikbaar via trappenhuizen en als zelfstandige elementen uitgevoerde, transparante liftschachten. De gestapelde woningen bieden uitzicht op het middengebied en het achterliggende groen.
De korte straatjes zijn verschillend van karakter omdat per strookje de woningen met losstaande of ge?ntegreerde bergingen zijn uitgevoerd. Hier wordt zichtbaar hoe Bosch heeft geknokt voor de extra kwaliteiten die veel van zijn ontwerpen eigen zijn, zoals in de vormgeving van de overgang tussen priv? en openbaar gebied door golvende, kniehoge gemetselde muurtjes. De 'hoedendoosjes' met in het totaal drie maisonnettes en zes appartementen lijken speels in het groen te zijn gesitueerd. In wezen is hun positie nauwkeurig bepaald voor wat betreft de toetreding van zonlicht. Licht is ?berhaupt welkom door de gevels die voor een groot deel uit glas bestaan. De door Bosch voorgestelde vides in de maisonnettes werden op verzoek van de opdrachtgever opgeofferd aan meer vloeroppervlak. Om een beetje de beleving van ruimte te prikkelen situeerde Bosch de eerste woonlaag 75 cm boven het maaiveld.