Begin jaren tachtig werden Amsterdam-Noord en Osdorp aangewezen als de eerste Amsterdamse stadsdelen met een eigen bestuur. Voor de bouw van een stadsdeelkantoor in combinatie met kantoren en woningen in de centrale middenzone van Amsterdam-Noord, werd in 1993 een prijsvraag uitgeschreven. 'Het was de tijd waarin gemakkelijk tonnen werden uitgetrokken voor deelname aan een prijsvraag', stelde Winfried de Nijs tien jaar later. De projectontwikkelaars Rabo Vastgoed en De Nijs stelden een ontwerpteam samen met Ashok Balohtra (stedenbouwkundig plan), Theo Bosch (stadsdeelkantoor), Paul de Ley en Zeinstra en Van der Waals (woningen). Bosch ontwierp een rechthoekige onderbouw met kantoren en een bibliotheek. De woningen zijn gestapeld in stroken in de lengterichting van het bouwvolume. Deze bouwstroken worden be?indigd met hogere bebouwing op de koppen. Met deze voor Bosch karakteristieke ?hamerkoppen? is een combinatie gemaakt tussen het open en gesloten bouwblok. Op de korte zijden zijn wanden gecre?erd en wordt beslotenheid verschaft aan het middengebied. Door de maatvoering van de kopbebouwing in relatie tot de bezonning, wordt het daglicht als in een fuik gevangen en wordt de kantorenzone via een glaskap van daglicht voorzien. Het masterplan van de ontwikkelingscombinatie Blauwhoed-TKA werd echter geselecteerd voor uitvoering. Het stadsdeelkantoor werd in 1998-1999 uitgevoerd naar een ontwerp van architect F. Kooijman van het bureau Van Overhagen-Pickers-Luger uit Utrecht.