Naam: | Kantoorgebouw Het Willemshuis Stadhouderskade Amsterdam |
Type: | kantoorgebouwen; |
Opdrachtgever: | Hillen en Roosen Projectontwikkeling |
Uitgevoerd: | ja |
Bestaand: | ja |
Architecten: | Bosch, Th.J.J. (Bosch (Bosch, Th.J.J.)), 1988, 1989; Vries, B. de (Bosch (Bosch, Th.J.J.)), 1988, 1989, ontwerpassistentie-; |
Bijdragen: | Hillen en Roosen -uitvoering-, |
Adres: | Stadhouderskade 55, 1072 AB, Amsterdam; |
Archiefgegevens: | NAi/BOSC 204, 205, 206, 207, 208, 209, 210, m659, f211, n425 |
Het Van Nispenterrein ligt binnen een vijfhoekig bouwblok aan de rand van de Amsterdamse wijk de Pijp, halverwege de Heineken Brouwerij en het Rijksmuseum. Na de brand in het Van Nispenhuis (het voormalig tehuis voor de katholieke Josephsgezellen-vereniging) in 1977, werd het terrein eigendom van een berucht huisjesmelker. Door de brand was een gat in de bebouwing aan de Stadhouderskade ontstaan, dat ruim tien jaar oningevuld bleef. Uiteindelijk bleek de bouw van verhuurkantoren de enige financieel haalbare oplossing voor de gemeente. Uit drie geselecteerde tenders van projectontwikkelaar en architect koos de stadsdeelraad unaniem voor het ontwerp van Theo Bosch.
Tijdens het ontwerp van minimaal 4000 m2 vloeroppervlak voor ??n of meerdere gebruikers, stelde Bosch zichzelf de opgave, meerwaarde aan de plek te geven zonder al te veel ruimte in de tuin weg te nemen. Hij hield zelfs ruimte over en reserveerde de parterre aan de Stadhouderskade voor een showroom of een galerie. En dat was wat anders dan het zouteloos uitvoeren van het programma van eisen, hetgeen vaak gebeurt als de toekomstige gebruikers onbekend zijn bij de architect.
Het gevelbeeld aan de Stadhouderskade wordt bepaald door grote woonhuizen in een eclecticistische stijl die op zich geen bijzondere architectuurhistorische waarde hebben maar als wand een ensemble vormen. De nieuwe gevel onderscheidt zich hierin qua kleur- en materiaalgebruik. De puien zijn uitgevoerd in aluminium. De harde textuur van dit materiaal wordt echter verzacht doordat de puien licht blauwgroen zijn gemoffeld. Om de forse perceelbreedte te breken en aansluiting te vinden bij de belendende gevels is het gevelvlak door slanke grijze, met natuursteen beklede kolommen verticaal geleed in drie travee?n. Ook de horizontale geleding van de gevel is afgeleid uit de opbouw van de gevels in de wand. In de flauwe knik in deze wand projecteerde Bosch een vier bouwlagen hoge erker.
Het bouwvolume in het voormalige gat aan de Stadhouderskade is hoog en diep; het is met een tweelaagse glazen brug verbonden met een paviljoen, waaraan een kleiner rond paviljoen is gekoppeld. Dat was de oplossing om op het binnenterrein zoveel mogelijk rekening te houden met de omwonenden en de situering zo goed mogelijk te benutten: een fors en een klein volume, maar beiden met alleen voorkanten. In materiaal en kleur vormen ze een eenheid, maar als volumes zijn ze verzelfstandigd, ook vanwege de mogelijkheid tot splitsing in het gebruik. Ze zijn zo diep mogelijk in de tuin geplaatst, om de woningen zo min mogelijk invallend daglicht te ontnemen. Bewoners kunnen er overheen en in belangrijke mate doorheen kijken. Bosch nam echter zoveel glas op in de gevels dat omwonenden (tevergeefs) bezwaar aantekenden tegen een vermeende inbreuk op de privacy. Het voorstel van Bosch om het ovale paviljoen te voorzien van een daktuin om het zicht vanuit de woningen op een 'lelijk' dak te vermijden is gedeeltelijk gehonoreerd met mosbegroeiing.
De verfijning van het concept bestond uit het optimaliseren van de groepering van kantoorruimtes rond de centrale vide, in relatie tot een goede lichtinval.Onder het motto 'de stad is al donker genoeg' is gestreefd de werkplekken van zoveel mogelijk daglicht en uitzicht te voorzien. In het glazen paviljoen ontvangen de kantoorruimtes zowel licht via de glasachtige buitengevels en de als dubbel sheddak uitgevoerde lichtkap. Het licht bereikt de werkplekken via de binnenwanden aan de centrale galerij en dringt door tot in het hart van het gebouw, via de grote centrale vide.
In het bouwvolume aan de Stadhouderskade wordt licht ontvangen en uitzicht gecre?erd door de volumineuze erker en de half cirkelvormige tuingevel. Het transparante karakter van het grote paviljoen is verkregen door middel van een slanke skeletconstructie, een lichte invulling en een minimum aan ruimtelijke ingrepen. Details geven het interieur een bijzondere uitstraling, die naar luxueus neigt, zoals de paarskleurige granieten vloeren van de centrale ingangspartij en trappenhuizen. Voor gebruikelijke trappen was in het kleine paviljoen geen plaats; dit is opgelost door de toepassing van losstaande glazen cilinders met spiltrappen. De constructie van stalen kolommen en ringvormige balk (met lichtkoepel) ?n de fraaie brede vensterzitbanken dragen bij aan het serene karakter van deze ruimte in het hart van de groene tuin.
Pater van Nispen zou tevreden zijn geweest. Ook het tijdens de brand gespaarde 'torentje van de pater' bleef met eerbied bewaard: zijn voormalige werkkamer werd aangepast tot minikantoor van de showroom of galerie.