Naam: Kantoorgebouw Het Witte Huis Amsterdam
Type: kantoorgebouwen;
Opdrachtgever: Rotterdamsche Verzekerings Soci?teit (R.V.S.)
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Verheul Dzn., J., 1899; Verheul Dzn., C., 1899; Cerlijn, 1899, 1901, uitvoering-; Haan, de, 1899, 1901, uitvoering-; Bosch, Th.J.J., 1976, 1984, interne verbouwing-;
Adres: hoek Spuistraat-Raadhuisstraat, Amsterdam;
Bijzonderheden:

Het 'Witte Huis' is als winkel-kantoorgebouw in 1900 gebouwd als een van de weinige Jugendstil-gebouwen in Amsterdam. Het Amsterdamse bureau Van Gendt werd ook gevraagd een ontwerp te maken, maar dit werd afgekeurd. Het pand van Verheul vertoont een voor Nederlandse maatstaven tamelijk uitbundige lijnvoering met de zo kenmerkende zweepslaglijnen. Het bestond oorspronkelijk uit een kelder, winkelruimtes op straatniveau, een entresol, drie verdiepingen met kantoren en een zolderruimte. De toegang tot de kantoren bevond zich aan de Raadhuisstraat en kwam uit op een overdekte binnentrap. Aan weerszijden van de ingang is het wapen van Rotterdam (links) en Amsterdam middels reli?fs aangebracht. De onderpui is vervaardigd van massieve lichtgrijze hardsteen, waarin bloem- en plantversieringen zijn gehouwen, afgewisseld met verglaasde, witte bakstenen. De grote vensters op de begane grond worden geflankeerd door zich verjongende poten zodat er gelijkbenige trapezia ontstaan met bolle bovenkanten. De bovenliggende gevels zijn bezet met rechthoekige vensters. De op de hoek oprijzende asymmetrische topgevel, wederom kenmerkend voor Jugendstilarchitectuur in Nederland, is enigszins rond ingezwenkt en wordt bekroond door een kleine balustrade tussen afgedekte pijlers. De vloeren waren brandvrij geconstrueerd. De vloer van de kelder was uitgevoerd in cement-ijzer, systeem Monier. Het project werd aanbesteed op 1 juni 1899. Na de R.V.S. hebben de Twentsche Bank en de Algemene Bank Nederland het gebouw in gebruik gehad, daarna is het leeg komen te staan. H.F. Wijnman, bewerker van de 'Historische Gids van Amsterdam', omschreef het gebouw in de editie van 1971 nog onomwonden als 'een architectonisch monstrum'. Daarna steeg de waardering, met name onder jongeren, die de florale decoraties identificeerden met de 'flower power'-beweging. Medio jaren zeventig was er sprake van afbraak omdat de Universiteit van Amsterdam de locatie wilde gebruiken voor nieuwbouw van de Letterenfaculteit. Het gebouw bleef echter gespaard en werd opgenomen in de aanpalende nieuwbouw van A. van Eyck en Th. Bosch, die in de periode 1976-1984 gereed kwam. Het inwendige werd echter wel totaal aangepast aan de nieuwe eisen en het moza?ek boven de hoofdingang is verdwenen.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...