Het ontwerp voor het gebouw de N.C.I in Amsterdam Oud-Zuid toont een 'werkstad' op zich met ruimte voor naai- en decateerateliers, laboratoria, kantoren en handelsruimte verdeeld over twee vleugels van vijf en twee bouwlagen. De geheel open werkvloeren zijn een goed voorbeeld van een betonnen skeletconstructie waarbij de vloeren slechts ondersteund worden door stalen pijlers. De vliesgevel is uiterst sober en strak opgezet met drieledige, rechthoekige vensters voor veel licht en doet denken aan de orthogonale opzet waarvan het bureau zich aan het begin van de jaren twintig bediende. Aan weerzijden van het gebouw waren ingangen met trappenhuizen. In het plan van 1936 wordt de totale hoogte terugggebracht tot twee bouwlagen.