Deze kerk met pastorie werd gebouwd in de uitbreidingswijk Groeseind in Tilburg. De opdrachtgevers waren bouwpastoor M.H.J. Smits en namens het kerkbestuur de heer W. van der Aa. Het grondplan van de deze kerk is een rechthoek met aan de voor zijde een smalle dwarsbouw en een halfronde uitbouw. Aan de achterzijde zijn aan het rechthoekige grondvlak in de hoeken twee kleine ruimten toegevoegd die een wigvormige abside (twee zijden) insluiten. Ten behoeve van de daglichttoetreding zijn in de hoge dakvlakken aan iedere zijde driehoekige 'dakkapellen' aangebracht met roosvensters en een bekroning met een ingesnoerde naaldspits. De basis van driehoekige voorgevel van de kerk, waarin de entree, de voorhal met roosvenster en het zangkoor zijn ondergebracht, is kleiner dan de "driehoek" van de bouwmassa. Hierdoor ontstaat ook een verschil in nokhoogte van de dakschilden. De pastorie, met de lange gevel aan de straat, bestaat uit een kelder, begane grond, een eerste etage, een verdieping onder de hoge kap en een zolderverdieping. Het werk werd uitgevoerd door aannemer Gebr. Van Heesch uit Tilburg. Het glas-in-lood voor de kerkvensters werd vervaardigd door Max Icks uit Swalmen. De kerk werd in 1981 afgebroken; de pastorie bestaat nog. In de onmidellijke omgeving werd (1929-1932) een zusterverblijf en een school (later nog uitgebreid) van de zusters Dominicanessen van de Rozastichting uit Neerbosch gerealiseerd.