Naam: R.K. Kerk H. Joseph Achterveld
Type: kerken;
Opdrachtgever: pastoor G. RentinckParochiebestuur St. Joseph
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Valk, H.W., 1932; onbekend, 1973, restauratie en onderhoud-;
Bijdragen: Charles Eyck -glas-in-lood vensters-, Leo Brom -beeldhouwwerk-,
Adres: Hessenweg 325, 3791 PJ, Achterveld;
Archiefgegevens: RANB/199-3.2, 48-52;PAGV/ongesorteerd;KIDC/afb.
Bijzonderheden:

Het grondplan van de parochiekerk St. Joseph is door Valk uitgewerkt op basis van de christocentrische liturgie. De christocentrische benadering van de liturgische viering heeft zijn oorsprong in de Benedictijner Abdij Maria Laach, in Duitsland. Abt Ildefons Herwegen propageerde de gemeenschappelijke viering van de Eucharistie boven persoonlijke devotie. De Duitse priester Johannes Van Achen vertaalde de nieuwe liturgische opvattingen in een architectonisch concept. Bekend is dat Valk zich heeft verdiept in de literatuur die over dit onderwerp in de loop van de jaren twintig was verschenen. Hij hield lezingen over dit onderwerp voor liturgische studiekringen, waar hij de intenties van de christocentrische uitgangspunten uiteenzette. Valk was van mening dat hij een juiste oplossing had gevonden voor het christocentrische grondplan. Voor de aanpassing van de laatmiddeleeuwse kerkgebouwen met diepe priesterkoren, zag Valk als enige oplossing de toevoeging van twee dwarsbeuken, zodat een grondplan in T-vorm ontstond. Een grote hoeveelheid nog aanwezige schetsen laat de ontwikkeling zien in Valks zoektocht naar het optimale grondplan. In Nederland kreeg de idee van het christocentrisme geen algemene bekendheid in die zin, dat het leidde tot een vaststaand concept voor de bouw of verbouw van katholieke kerken. De St. Josephkerk van Achterveld was het eerste ontwerp van Valk waar een christocentrisch grondplan in praktijk werd gebracht. Om plaats te maken voor de nieuwe kerk van Achterveld werden de oude kerk en de onderwijzerswoning gesloopt. De pastorie bleef in gebruik. Op 8 augustus 1932 werd met de bouw van een noodkerk begonnen. Bij de sloop van de kerk werden circa 1.250.000 stenen afgebikt voor hergebruik. Op 8 december 1932 werd de eerste steen gelegd voor de bouw van een kerk met 730 zitplaatsen. Het grondplan laat een breed middenschip zien met twee smalle zijbeuken of processiegangen. Het middenschip heeft boven de scheibogen vensters en kan als basilicale lichtbeuk worden aangemerkt. De brede transepten zijn ook driebeukig, bestaande uit een hoog en een laag gedeelte. Het presbyterium is niet groter dan een ondiepe abside. De T-vorm van de plattegrond is hierdoor bijna volmaakt. Onder de vieringtoren is het altaar geplaatst zodat aan het ideaal van de christocentrische gedachte is voldaan. De vieringtoren is in zijn grondvlak groter dan de toren aan het westwerk en voorzien van een tentdak. De toren van het westwerk, met traptorentje en voorportaal, is bescheiden van hoogte en voorzien van een arcade rondom het tentdak. Het dakenplan met de grote vlakken, van het schip, de zijbeuken, zijkapellen en dwarsbeuken, levert een landelijk silhouet op dat door velen wordt geapprecieerd. Op 7 april 1933 werd de vlag gehesen bij het bereiken van het hoogste punt. De glas-in-lood vensters werden uitgevoerd door Charles Eyck, beeldhouwwerken door Leo Brom. Enkele maanden na de wijding van de kerk heeft de kunstenaar Charles Eyck samen met Jan Engelman het kerkje in Achterveld bezocht. Enige dagen later schrijft hij aan Valk: 'Ik was met Jan Engelman in het kerkje van Achterveld. Je kunt er van op aan dat hij een enthousiast artikel over je in de 'Nieuwe Eeuw' zal zetten. Hij vond het kerkje 'gevoeliger' dan Kropholler. Ook het smeedwerk en de ramen; alles was harmonisch'.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...