Nadat de firma Scholten van de Herengracht naar de Brouwersgracht verhuisde, kreeg Tholens opnieuw opdracht voor diverse verbouwingen. Het bedrijf kreeg de beschikking over een gebouwencomplex tussen de Brouwersgracht, de Vinkenstraat en de Baanbrugsteeg. Tholens studeerde op verschillende mogelijkheden voor aanpassing van het historische pakhuis aan de Brouwersgracht, vari?rend van bescheiden aanpassingen aan de bestaande gevel tot complete nieuwbouw. Voor de hoek Brouwersgracht-Baanbrugsteeg zijn in 1944-1945 verschillende nieuwbouwvarianten in traditionalistische stijl uitgewerkt, die, waarschijnlijk als gevolg van de materialenschaarste tijdens en direct na de Tweede Wereldoorlog, echter geen van alle tot uitvoering kwamen. E?n van de ontwerpvarianten vertoont in de gevelopzet grote overeenkomsten met het in 1942 voltooide magazijn van de behangselpapierfabriek Rath & Doodeheefver aan de Reguliersgracht, waarvan de gevels zijn ontworpen door architecten Evers en Sarlemijn. In 1944 maakte Tholens enkele ontwerpen voor kleine interieurwijzigingen en meubilair, die vermoedelijk eveneens niet tot uitvoering kwamen. Uiteindelijk kwam slechts een beperkte verbouwing tot stand, waarvoor op 15 september 1950 vergunning werd verleend. Hierbij werden de houten zoldervloer en kappen van Brouwersgracht 288, een dubbel pakhuis met trapeziumvormige gevelafsluiting, gesloopt en herbouwd. De als plat dak met schuine dakschilden aan de zijkanten. Hierdoor kreeg ook de achtergevel van het pand, dat tot dan toe door twee steile topgevels afgesloten werd, een trapeziumvormige gevelafsluiting. De nieuwe zoldervloer bestond uit een constructie van ijzeren liggers.