Naam: Sint Willibrordsabdij Slangenburg Doetinchem
Type: abdijen;
Opdrachtgever: Bestuur St. Willibrordsmunster
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Tholens, K.P., 1946, 1952, bouw-; Valk, H.W., 1950, bouw bedrijfsgebouwen-; onbekend (Tholens & Van Steenhardt Carr?), 1967, uitbreiding-; Valk, H.W., 1947, 1951, esthetisch adviseur-; Oeverhaus, J.W.N., 1947, constructeur-; Truyens, J.B.J., 1949, 1951, constructeur-; Daal, J.M. van, 1967, bureaumedewerker-;
Bijdragen: Bouwbedrijf Scheerder -uitvoering bedrijfsgedeelte-,
Adres: Abdijlaan 1, 7004 JL, Doetinchem;
Archiefgegevens: SAA/10063: 1055-1061
Bijzonderheden:

Plannen voor de bouw van een klooster in Gelderland dateerden reeds uit 1933, maar het zou tot 1945 duren voordat daarvoor een geschikt terrein kon worden gevonden. Kasteel Slangenburg buiten Doetinchem, dat in 1945 door de Nederlandse Staat als vijandelijk vermogen in beslag genomen was omdat de eigenaar uit Duitsland afkomstig was, kon door de benedictijnen uit Oosterhout betrokken worden als voorlopig onderkomen voor het beoogde klooster. Door de abt van Oosterhout, Dom M?hler, was Cornelius Tholens (1913-2011), de oudste zoon van Karel Petrus Tholens, op 25 oktober 1945 als superior ge?nstalleerd op de Slangenburg. Nadat een bij het kasteel behorend terrein was aangekocht voor de vestiging van het klooster, konden plannen voor de bouw daarvan ter hand worden genomen. Volgens de overlevering had Dom Tholens voor het ontwerp van de abdij de Franse architect Le Corbusier (1887-1965) benaderd, die interesse had getoond, maar afhaakte toen bleek dat er voor zijn diensten geen geld beschikbaar was. Karel Tholens vervaardigde op verzoek van zijn zoon kosteloos een ontwerp, dat vervolgens door de benedictijnen in eigen beheer is uitgevoerd. Vanwege de materiaalschaarste direct na de oorlog was het moeilijk om aan bouwmaterialen te komen, zodat de monniken voor niet in het zicht komende onderdelen van het gebouw gebruik maakten van afgedankte bouwmaterialen. Dit was in de naoorlogse jaren overigens niet ongebruikelijk: ook het eerste oorlogsmonument op de Dam in Amsterdam en de noodschouwburg in Rotterdam zijn op dergelijke wijze opgetrokken. Op 30 april 1949 werd de eerste steen gelegd en ruim drie jaar later, op zondag 5 oktober 1952 werd de St. Willibrordsmunster in gebruik genomen. Door Mgr. B.J. Alfrink, aartbisschop van Utrecht, is op zondag 12 oktober de kapel ingewijd. Op de grond achter het klooster was inmiddels in 1950 een gemengd boerenbedrijf in gebruik genomen waarmee inkomsten voor het klooster gegenereerd werden Het gebouwencomplex, dat bestaat uit vier vleugels rondom een open binnenplaats, is gebouwd in een geabstraheerde Romaanse vormentaal. Dit komt vooral in het interieur van de kapel goed tot uitdrukking, waar ronde kolommen met teerlingkapitelen de gemetselde bogen van de kapconstructie dragen. Voor daken en vloeren werden Perfora-elementen gebruikt, een prefab-systeem voor het maken van overspanningen. Naar alle waarschijnlijk is de keuze daarvoor toe te schrijven aan Hendrik Willem Valk (1886-1973), wiens broer Albert deze elementen ontwikkeld had. Valk was als adviseur bij de bouw van de abdij betrokken en zou in 1950 de bedrijfsgebouwen achter het eigenlijke klooster bouwen. Hoewel het gebouw slechts als tijdelijk onderkomen voor het klooster bedoeld was doet het thans nog steeds als zodanig dienst. In 1954 werd de het klooster officieel tot abdij verheven en werd Dom Tholens tot de eerste abt benoemd. Zelf was Tholens niet erg te spreken over dit ontwerp, dat naar zijn mening te romantisch was, maar gelukkig in de bossen verscholen lag ? een veelzeggende uitspraak, die duidelijk Tholens' voorkeur voor een zakelijke ontwerpvisie aantoont.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...