Naam: R.K. St. Laurentiuskerk en pastorie Hoogkarspel
Type: kerken;
Opdrachtgever: R.K. Kerkbestuur van de Parochie van de H. Laurentius te Hoogkarspel
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Tholens, K.P., 1929, 1930, bouw-;
Bijdragen: Kuypers, G. -uitvoering-, Steenhouwerij L. Vogelpoel -uitvoering gedenksteen-, Eerste Nederlandsche Maatschappij voor Houtconstru -kapconstructie-, Hoss, C.en Wyenberg, F.W. van den -doopvont-, Goossens, J. -electrische installatie-, Vincent, Gebrs. -verwarmingsinstallatie-, Boer, S. de -onderbouw Theresiabeeld-,
Adres: Streekweg 216, 1616 AN, Hoogkarspel;
Archiefgegevens: SAA/10063: 993-994;NHA, Archief van het Bisdom Haarlem (306): 390;WFA/0082: 64,
Bijzonderheden:

Op 9 januari 1929 benoemde mgr. Aengenent, bisschop van Haarlem, A.P.C. Konijn tot pastoor van de nieuw opgerichte Laurentiusparochie in Hoogkarspel, die ontstaan was door afsplitsing van delen van de parochies van Westwoud, Lutjebroek, Zwaagdijk, Wervershoof, Hem en Venhuizen. Vrijwel onmiddelijk daarna is de stichting van een complex bestaande uit rooms-katholieke kerk, scholen, klooster, onderwijzerswoning en patronaat actief ter hand genomen. Uit de bewaard gebleven archiefbescheiden blijkt dat het kerkbestuur aanvankelijk onderhandelingen voerde met architect Adrianus Dessing uit Naaldwijk, die na het verrichten van 'voorbereidende werkzaamheden' de opdracht om onbekende redenen doorschoof naar Tholens. Deze Dessing was misschien gerelateerd aan architect Jac. P. Dessing uit Gouda, waarmee Tholens in 1919 de sigarenfabriek van de firma Donker aan de Graaf Florisweg verbouwd had. Op 20 februari 1929 reikte het gemeentebestuur van Hoogkarspel de vergunning uit voor de bouw van kerk en pastorie, waarna op 22 april het werk werd aanbesteed. Het project werd gegund aan aannemer Godefricus Kuypers uit Hoogwoud, die met een bedrag van 139.640 gulden de laagste inschrijver was. Op 7 oktober 1929 legde de deken van Hoorn, J.P. Huibers, de latere bisschop van Haarlem, de eerste steen. De bouw verliep voorspoedig en slechts negen maanden later, op 12 juni 1930, kon de kerk plechtig worden ingewijd door mgr. Aengenent.De Laurentiuskerk in Hoogkarspel is de eerste grote kerk die Tholens na de Chass?kerk in Amsterdam bouwde. De kerk heeft een nagenoeg rechthoekige plattegrond. Het voorportaal is uitgebouwd en wordt geflankeerd door een doopkapel en devotiekapel. De zijbeuken zijn in de breedte gereduceerd tot smalle processiegangen, zodat het brede schip onbelemmerd zicht biedt op het priesterkoor met hoogaltaar. Aan weerszijden van het priesterkoor bevinden zich zijkapellen en nevenvertrekken. Materiaal- en kleurgebruik van het interieur is gelijk aan dat van de eerder gebouwde Chass?kerk, te weten wanden in schoon metselwerk, met achtereenvolgens een plint van groen geglazuurde bakstenen, een zone van geel geglazuurde bakstenen en daarboven geelgrijze klinkers. Waar echter in de Chass?kerk de rondboog de dominante architectuurvorm was heeft Tholens in de Laurentiuskerk gekozen voor de spitsboog, die in de arcade, lichtbeuk en de triomfboog is toegepast. De opzet van het priesterkoor, met een triomfboog op paarsgewijs geplaatste kolommen en achter de triomfboog een tweede boog, zou Tholens vrijwel ongewijzigd herhalen in de Augustinuskerk in Amsterdam. Deze opzet komt in iets andere vorm echter ook voor in de kerk van het H. Sacrament in Gouda van Jac. P. Dessing. Deze is weliswaar later gebouwd (1932), maar vertoont ook andere overeenkomsten met de kerk in Hoogkarspel, zoals de kapconstructie waarin gelijmde Nehamo-dakspanten zijn toegepast van de Eerste Nederlandsche Maatschappij voor Houtconstructie uit Doetinchem. Dit roept de vraag op of de kerk in Gouda een navolging is van de kerk in Hoogkarspel, of dat de plannen voor de Laurentiuskerk juist niet volledig aan Tholens toegeschreven kunnen worden. Opvallend is de industri?le uitstraling van de ruimte door de toepassing van deze spanten in combinatie met de uiterst sobere beplating aan de bibbenzijde van e kap. Origineel is het in siermetselwerk uitgevoerde kruis in de achterwand van het priesterkoor, dat door de hooggeplaatste vensters in de zijwanden belicht wordt. Het interieur van de kerk is erg donker door de kleine raamopeningen.Aan het exterieur van de kerk is duidelijk te zien dat voor de bouw slechts weinig geld beschikbaar was: elke vorm van ornamentiek is afwezig, met uitzondering van het gebeeldhouwde kruis dat de afsluiting vormt van de topgevel van de voorbouw. De wijze waarop de verschillende bouwvolumes gegroepeerd zijn, met name rondom het koor maar ook aan de voorzijde, kan opgevat worden als vingeroefening voor de zeer geslaagde Augustinuskerk in Amsterdam. Wat in Hoogkarspel direct opvalt is de geslotenheid van het gebouw. Op het vooruitgeschoven bouwvolume met ingangsportaal en spitsboogvenster na is de voorgevel nagenoeg gesloten. Ook de plint van het gebouw, waarachter de zijbeuken schuilgaan, bevat vrijwel geen vensters. De vensters van de lichtbeuk daarboven zijn gedrukt en, hoewel breed opgezet, door de zware gemetselde stijlen, vrij gesloten. De gemetselde steunberen en de monumentale kap versterken deze indruk. Ook aan de achterzijde is vrijwel geen venster- of deuropening te bekennen, al zorgen daar de galmgaten in de torens voor enige openheid. De bijzondere opbouw van de kerk is aan deze kant goed te waarderen: boven een brede, lage basis ? de verbindingsgang tussen de nevenruimten van het koor ? rijst hoog het priesterkoor op, dat aan de onderzijde wordt ingeklemd door de nevenruimten met hun karakteristieke piramidevormige kappen en naar boven toe wordt voorbijgestreefd door de hoger opgaande torens aan weerszijden. Het metselwerk van de torens wordt afgesloten door een zware, met leisteen beklede band, waarboven eigenaardige bekroningen verrijzen. In plaats van de gebruikelijke spitsen bekroonde Tholens de zuidwestelijke toren als het ware met een gemetselde, vierkante schoorsteen, die hij optuigde met luifels, uurwerk en bekronende bol met kruis. De zuidoostelijke toren is tot het niveau van de betonnen luifels gelijk aan de zuidwestelijke toren, maar daarboven bevindt zich een met lood beklede spits op veelhoekige basis. Ook deze wordt door een bol met kruis bekroond. Hoewel zeker origineel te noemen is dit toch vooral een eigenaardige oplossing. De pastorie bevindt zich terzijde van de ingang van de kerk en vormt de oostelijke afsluiting van het pleintje voor de kerk.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...