Naam: R.K. St. Augustinuskerk Amsterdam
Type: kerkgebouwen; ,pastorie?n;
Opdrachtgever: Kerkbestuur van de parochie van de H. Augustinus
Uitgevoerd: ja
Bestaand: nee
Architecten: Tholens, K.P., 1927, 1932, bouw-; Tholens, K.P., 1946, nieuw altaar-; onbekend, 1950, 1956, restaureren kelder en aanleg centrale verwarming-; onbekend (Tholens & Van Steenhardt Carr?), 1953, voorzetramen priesterkoor-; onbekend (Tholens & Van Steenhardt Carr?); onbekend (Van Steenhardt Carr? & Van Daal), 1972, ontwerp interieurcorrectie-;
Bijdragen: Keulen, H. van -uitvoering-, Engeler, H. -electrische installatie-, Andriessen, Mari -beeldhouwwerk-, Witteman, Nico -tombe hoofdaltaar, tabernakel en diverse kunstsmee-, Rietveld & Zonen, P.J. -kerkbanken en sacristiebetimmering-,
Adres: Postjesweg 123-125, 1057 DZ, Amsterdam;
Archiefgegevens: SAA/10063: 159-178, 133-134;SAA/5213, dossier 18238;SAA/10151: 5877-5880;NHA, Ar
Bijzonderheden:

De Augustinusparochie is voortgekomen uit een in 1636 opgerichte Augustijnerstatie, die sinds 1698 in een tot kerk verbouwd pakhuis aan het Rusland gevestigd was. Deze huis- of schuilkerk, bijgenaamd De Star of De Spin, maakte in 1848 plaats voor een door P. Girant ontworpen neoclassicistische hallenkerk, die in januari 1929 voor de eredienst gesloten werd wegens ontvolking van de oude binnenstad. Tholens kreeg voor de nieuwbouw de beschikking over een ruim bouwterrein aan de rand van de stad, gunstig gelegen tussen de Postjesweg, een belangrijke uitvalsweg in aanleg, en de Postjeswetering. De nieuwe Augustinuskerk vormde de westelijke afsluiting van een bouwblok en lag daardoor aan drie zijden vrij. Doordat aan de westzijde een park geprojecteerd was en de zuidgevel aan een brede waterpartij lag, vormde de kerk een monumentaal baken bij deze toegang tot de stad. De Augustinuskerk is het chef d'oeuvre van Tholens, met een karakteristieke, zakelijke vormgeving. Op 2 december 1931 vond de eerste steenlegging voor de nieuwe kerk plaats door Mgr. G.C. van Noort, deken van Amsterdam. De kerk is op 24 november 1932 geconsacreerd door de bisschop van Haarlem, mgr. J.D.J. Aengenent. De afmetingen van de nieuwe kerk waren indrukwekkend. Zij had een breedte van 30 meter, een lengte van 55 meter en een hoogte in het middenschip van 25 meter. De vrije overspanning bedroeg gemiddeld 21 meter. De toren, met een hoogte van 45 meter, was van een betonnen kruis van 10 meter hoogte voorzien, dat ruim vier meter boven het dak van de toren uitstak. Het kerkgebouw bood ruimte aan 1000 gelovigen. Binnen een rechthoekig grondplan waren het schip met smalle zijpaden, het priesterkoor en de ter weerszijden aansluitende ruimten ingeschreven, aan de oostzijde de zangerstribune, aan de westzijde de kinder- en broederkapelkapel. Ter weerszijden van de ingang waren voorts twee kapellen gesitueerd, tegen het zuidelijke uiteinde van de kerk, langs de Postjeswetering, enkele ondiepe bergruimten. Ondanks deze eenvoudige plattegrond kenmerkte het interieur zich door een uiterst bijzondere ruimtewerking. Bij de Chass?kerk had Tholens al zijn voorkeur voor een eenbeukige kerkruimte, dus zonder zijbeuken laten zien. In de Augustinuskerk had hij een vorm gevonden die zowel economisch verantwoord als technisch volmaakt was. Net als in de beroemde kathedraal van Albi in Frankrijk heeft Tholens de steunberen die de spatkrachten van de kapconstructie moeten afvoeren in het interieur geplaatst en tegelijkertijd voor overspanning van de ruimte een uiterst lichte constructie toegepast, die het mogelijk maakte een breed kerkschip met onbelemmerd zicht op het hoogaltaar tecree?ren. De tendens tot het maken van dergelijke brede, pijlerloze ruimten gaat terug tot liturgische vernieuwingen binnen de rooms-katholieke kerk aan het begin van de twintigste eeuw, vanuit het streven de gelovigen actiever bij de eucharistieviering te betrekken. De kerken die volgens deze nieuwe principes totstandkwamen hebben enkele karakteristieke aspecten gemeenschappelijk: het kerkschip werd korter en breder en de zijbeuken werden gereduceerd tot zijpaden of processiegangen, zodat de kerkgangers niet langer het zicht op het hoofdaltaar ontnomen werd door kolommen. Voorts werden de ramen van het priesterkoor zoveel mogelijk in de zijwanden geplaatst, om als hinderlijk ervaren tegenlicht te vermijden, en de zangerstribune kreeg een plaats in de nabijheid van het koor. Al deze elementen zijn terug te vinden in de St. Augustinuskerk. In de vakpers werd het gebouw in overwegend positieve bewoordingen besproken, al was er kritiek op plaatsing en vormgeving van de toren en het geheel ontbreken van natuursteen in het exterieur. Architect J.M. van Hardeveld, die eveneens een overwegend lovende recensie aan het gebouw wijdde, zou zelfs verschillende elementen uit het ontwerp van Tholens in de door hem ontworpen Augustinuskerk aan de Amstelveenseweg overnemen. De bijna Spartaans aandoende soberheid was overigens geen keuze van de architect, maar het gevolg van opgelegde besparingen tijdens de uitvoering. Pastoor Smits schreef hierover aan de bisschop: 'De vereenvoudiging van een en ander is enkel inwendig aangebracht, zoodat uitwendig alles hetzelfde zou kunnen blijven en we daardoor de grootste moeilijkheid ontwijken, dat het geheele plan weer opnieuw aan de verschillende gemeentelijke bouwcommissies en schoonheidscommissie zou moeten worden onderworpen'. Het duurste onderdeel van het interieur, het geprojecteerde stenen gewelf, zou als eerste sneuvelen, maar ook elke vorm van decoratie werd uit de plannen geschrapt, wat ertoe leidde dat alle nadruk vanzelf kwam te liggen op de architectonische vormen en verhoudingen. Enkele inventarisstukken uit de oude kerk verleenden nog enige luister aan het kale interieur. Het interieur ademde door de warme aardtinten van de gebruikte bouwmaterialen een grote mate van harmonie: goudgele Goudse IJsselklinkers voor het schoon metselwerk, cr?mekleurig graniet voor de pijlers van de triomfboog en oranjerode keramische kapbeplating. Het door Tholens ontworpen geboende eiken kerkmeubilair vormde daarop geen uitzondering. Door bemiddeling van het Amsterdamsch Instituut voor Kerkelijke Kunst kregen Nico Witteman en Mari Andriessen opdracht tot het vervaardigen van het nieuwe hoogaltaar van de Augustinuskerk. Andriessen vervaardigde voorts het Augustinusbeeld boven het altaar. Afgezien van een korte staking van de bij de bouw betrokken arbeiders verliep de bouw voorspoedig. Het kerkbestuur kreeg echter met enkele forse financi?le tegenvallers te maken, waarvan de voornaamste uit de onmogelijkheid bestond om het oude kerkgebouw met omringende percelen te verkopen. Wellicht dat de oorspronkelijke vraagprijs ? 275 duizend gulden ? voor dit complex, 'gelegen in een dood stadsgedeelte', te hoog was, maar ook lagere biedingen bleven uit. Uiteindelijk werden de panden pas in 1943 verkocht voor slechts 120 duizend gulden, een fractie van de oorspronkelijke vraagprijs en nauwelijks afdoende om de hoge kosten van het nieuwe kerkgebouw te bestrijden. In 1973 bezon het kerkbestuur zich op de toekomst van de kerk aan de Postjesweg. Als gevolg van de liturgiehervorming na het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) werd het hoge, sterk op het hoogaltaar gerichte schip als ondoelmatig ervaren. In deze tijd kreeg de parochie ook te maken met een teruglopend kerkbezoek en was het gebouw, na ruim veertig jaren dienst, dringend aan groot onderhoud toe. Het kerkbestuur onving bovendien een aanschrijving van het gemeentelijke Bouw- en Woningtoezicht om maatregelen te nemen tegen de inmiddels bouwvallig geworden klokkentoren. Bij toeval bleek dat de Katholieke Vereniging van Bejaardentehuizen dringend op zoek was naar een vervangende lokatie voor Huize Vredenburgh in de binnenstad. Het kerkbestuur besloot de kerk te verkopen voor afbraak, waarna in combinatie met het bejaardentehuis ook een nieuw parochiecentrum gerealiseerd kon worden. De nog altijd forse schuldenlast die door de bouw van de kerk ontstaan was kon daarmee eindelijk afgelost worden. In 1977 werd de Augustinuskerk aan de eredienst onttrokken en afgebroken. Verzorgingshuis Nieuw Vredenburgh, ontworpen door het architectenbureau Van Gendt & M?hlstaff, opende zijn deuren op 1 oktober 1980.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...