Naam: R.K. Kerk Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand (Chass?kerk)
Type: kerkgebouwen; ,pastorie?n;
Opdrachtgever: Het R.K. Parochiaal Kerkbestuur van 'O.L. Vrouw van Altijddurende Bijstand'
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Valk, H.W., 1917, schetsontwerp-; Tholens, K.P., 1924, 1926, bouw-; Tholens, K.P., 1930, wijziging Zusterkapel-; onbekend (Tholens & Van Steenhardt Carr?), 1965, 1967, verbouwing Zusterkapel en aanpassing liturgisch ce-; Wijnpersse, W.J.M. van der, 1924, 1925, constructeur-; Mascini, J.F., 1925, 1926, opzichter-;
Bijdragen: Damen, M.M. -uitvoering-, Edelsmederij Brom -Maria-altaar-, Joan Colette -Heilig Hart-altaar-, Edelsmederij Brom -reli?fs communiebanken-, Onbekend -Jozef-altaar-, Onbekend -beschildering triomfboog-, Korver, Gebr. -drie ijzeren portaalhekken-,
Adres: Chass?straat 62-64, 1057 JJ, Amsterdam;
Archiefgegevens: SAA/10063: 106-120, 132;NHA, Archief van het R.K. Bisdom Haarlem (306): 250
Bijzonderheden:

Nadat in 1917 aan de Chass?straat een noodkerk was gebouwd en ingericht ten behoeve van de nieuwe parochie verzocht pastoor J.P. Huibers, later bisschop van Haarlem, het gemeentebestuur in 1921 een terrein aan de parochie te verkopen voor de bouw van enkele scholen. In 1923 wendde hij zich opnieuw tot de gemeente, nu met het verzoek om ook een kerk te mogen bouwen. De bouw van de kerk werd op 15 mei 1925 aanbesteed. Op 7 augustus 1925 was het heiwerk gereed. De eerste steen werd op 2 februari 1926 gelegd door mgr. P. Stroomer, deken van Amsterdam. De bouwvergunning werd op 11 juni 1926 uitgereikt. Kerkgebouw en pastorie werden later dat jaar opgeleverd en op 11 november plechtig geconsacreerd door mgr. Stroomer. Het uitgevoerde kerkgebouw wijkt sterk af van de vroegst bekende opzet. Tholens had er aanvankelijk naar gestreefd het onregelmatige bouwterrein maximaal te benutten door de kerk schuin in het kavel te plaatsen zodat deze, net als de gesloopte Maria Magdalenakerk van architect P.J.H. Cuypers, een driehoekige plattegrond zou krijgen. Daarachter ontstond vervolgens een regelmatig terrein waarop de pastorie, scholen en het klooster konden worden gebouwd. De schoonheidscommissie wenste echter een ruimere straataanleg bij de kerk waarna het plan gewijzigd werd. De kerk werd een kwartslag gedraaid en kwam met de noordelijke zijgevel evenwijdig aan de Kortenaerstraat te liggen en voor de kerk ontstond een driehoekig voorplein. Het dubbele torenfront is daardoor in stedenbouwkundig opzicht sprekender geworden. Pastorie en kerk zijn twee gescheiden bouwvolumes.De kerk heeft een eigenzinnige vormgeving. Het gebouw bestaat uit twee tegen elkaar geschoven bouwvolumes, het massieve kerkschip met kap en daarvoor een lagere voorbouw met twee slanke fronttorens. Tussen deze torens is het vooruitgeschoven ingangsportaal ingesloten met drie, door rondbogen overkluisde toegangen. De voorgevel van de voorbouw is met uitzondering van een roosvenster met daaronder een deur volledig gesloten. Het roosvenster is uitgevoerd in zandsteen en heeft een tracering met verstrengelde cirkels en het lotusknopmotief. Daarboven bevindt zich een gemetseld kruis, dat de opmaat vormt voor een reli?f van Oberkirchner zandsteen met voorstelling van de patrones van de kerk, Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand, als be?indiging van de gevel. Achter deze gevel verrijst de blinde gevel van het hoger opgetrokken kerkschip, waarvan de topgevel door een zandstenen kruis afgesloten wordt. In de Jacob van Wassenaar Obdamstraat vormt de enorme kap van het kerkschip, belegd met eerste soort donkerbruin verglaasde verbeterde Hollandse pannen het meest in het oog springende aspect van het gebouw. De getrapte opbouw van het kerkschip is eenvoudig, maar, door de geslotenheid van de zijmuren, bijzonder krachtig. Massief gemetselde steunberen verdelen de zijmuren in acht travee?n. Op de begane grond worden de muren geopend door telkens drie vierkante ramen, bezet met glas-in-lood. De drie middelste travee?n zijn tussen de steunberen uitgebouwd en bevatten biechtvertrekken. De lichtbeuk heeft per travee telkens drie lage rondboogvensters.Binnen valt vooral de ruimtewerking van de kerk op. Het ruime schip wordt overwelfd door een enorm houten tongewelf, dat is opgehangen aan monierbogen en geklonken ijzeren vakwerkspanten. Door het ontbreken van pijlers is onbelemmerd zicht op het hoogaltaar mogelijk. Het op het oosten geori?nteerde priesterkoor is van een gemetseld tongewelf voorzien, waarin de beide zijmuren in de bovenzone van telkens drie gekoppelde vensters voorzien zijn die het hoogaltaar belichten. In de benedenzone zijn aan beide zijden drie rondbogen gemetseld met deuren en vensters ten behoeve van de zusterkapel en sacristie. De koorafsluiting bestaat uit een reeks achter elkaar geplaatste baksteenbogen die zich naar achteren toe verjongen en waartegen de namen van de engelenkoren zijn aangebracht. De triomfboog wordt geflankeerd door twee lagere bogen waaronder in nissen zijaltaren geplaatst zijn. In de westelijke afsluiting van de kerk komt het rondboogmotief ook terug: het zangkoor met het orgel bevindt zich onder een wijde boog. Onder de uitgebouwde orgeltribune zijn de ingangen in drie rondboogportalen gevat.Tholens koos voor het interieur van de kerk zachte, warme tinten. De muren in schoon metselwerk zijn opgetrokken in gele Friese steen op een plint van groen geglazuurde stenen. De wanden van de lichtbeuk zijn bepleisterd. Opmerkelijk is de doorwrochte iconografie van het interieur, die Tholens in zijn andere kerken niet zou herhalen: op het houten gewelf de tekens van de dierenriem die het firmament moeten symboliseren, de pijlers dragen de namen van de apostelen, kerkvaders en profeten, 'als symbool dat op hen het geestelijk gebouw der kerk rust'. In de bijzondere glas-in-loodramen in de processiegangen is de litanie van Maria voorgesteld, waarvoor gekozen is omdat zij de patrones van de kerk is. Op de triomfboog was ruimte vrijgehouden voor een schildering van de Moeder van Altijddurende Bijstand, 'door Maria tot Jezus'. De negen concentrische ringen in het priesterkoor stellen de negen engelenkoren voor en zijn daarmee een weergave van de 'hemel der hemelen'. De fraaie marmeren communiebank, een gezamenlijk werk van Tholens en de gebroeders Brom, bevatte roodkoperen panelen met reli?fs die in bloem- en vruchtsymbolen de twaalf vruchten van de Heilige Geest verbeeldden.Het ontwerp van de kerk kreeg een goede ontvangst en Tholens heeft er ongetwijfeld zijn opdrachten voor de Augustinuskerk en Stephanuskerk in Amsterdam aan te danken gehad. Collega-architect J.M. van Hardeveld wijdde een positieve bespreking aan de nieuwe kerk en prees de goede verhoudingen en de door Tholens nagestreefde schoonheid, die bestond uit de groepering van de samenstellende onderdelen van de kerk en het consequent toepassen van het rondboogmotief. Niet toevallig was Van Hardeveld, net als Tholens, lid van de Amsterdamse kunstenaarskring De Violier, zodat de kerk kan gelden als vertaling in steen van de daarbinnen geldende opvattingen. De kerk is inmiddels aan de eredienst onttrokken en in afwachting van herbestemming.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...