Naam: Nationaal Technisch Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart en Maritiem Museum Prins Hendrik Rochussenstraat-Burgemeester 's-Jacobplein Rotterdam
Type: musea;
Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam
Uitgevoerd: ja
Bestaand: nee
Architecten: Steur, A. van der, 1939, 1948; onbekend (Van der Steur, Herman de Groot & Ruige), 1941, 1948;
Bijdragen: H. Richters, Hillegersberg -beeldhouwwerk-, Gellings -medaillon op toegangshek-,
Adres: Rochussenstraat-Burgemeester 's-Jacobplein, Rotterdam;
Archiefgegevens: Nai/KNIJT ph267-ph270;NAi/CANDBURG 406,407,408,409-416,442
Bijzonderheden:

Al voor de Tweede Wereldoorlog was Van der Steur bij de nieuwbouwplannen van het Nationaal Technisch Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart betrokken. Tijdens studiereizen ten behoeve van het nieuwe Instituut raakte hij overtuigd van de voordelen om het Instituut samen met het Maritiem Museum in één pand onder te brengen. Dit was de oorzaak van de Z-vormige plattegrond, waardoor drie vleugels ontstonden. De twee vleugels in de lengterichting van het complex herbergen de beide instituten, in de tussenvleugel, haaks daarop, was o.m. de lezingenzaal, die door beide instituten gebruikt zou worden. Deze gemeenschappelijke vleugel, waarin zich de ingang van het Nationaal Technisch Instituut bevond, vormde het hoogste deel van het complex en kreeg met de enorme vensters van de lezingenzaal ook de belangrijkste uitstraling.De vorm voldeed tevens aan de wensen van de directeur van Stadsontwikkeling die wilde dat een vleugel de rooilijn van de bebouwing langs de Rochussenstraat zou volgen, maar dat er tevens ruimte werd geschapen voor een plantsoen achter het Gymnasium Erasmianum. Rondom dit plantsoen werden de toegangen tot de beide instituten gesitueerd. Zo kwamen de beide toegangsgevels op monumentale wijze aan een plein met in het midden een plantsoen te liggen.Van der Steur had maritieme musea in Greenwich, Stockholm en Göteborg bezocht, in Göteborg wellicht ook het Natuurhistorisch Museum van Ernst Torulf. In dat laatste museum zijn allerlei verwijzingen naar het zeventiende eeuwse Hollands maniërisme zichtbaar. In Van der Steurs gebouw zien we datzelfde in de traptorens op de koppen van de vleugels aan weerszijden van het plantsoen. Volgens Van der Steur moesten de torens met hun spitse daken afwisseling brengen in het complex, dat in navolging van de meeste gebouwen in de omgeving platte daken kreeg. Mogelijk speelde mee dat de Nederlandse scheepvaart ten tijde van het Hollands maniërisme zijn grootste bloei beleefde. De spitse daken keren terug in de vorm van de op kolommen steunende luifels boven de beide ingangspartijen.De aanvang van de bouw viel in de Tweede Wereldoorlog en kwam daardoor onder de supervisie te staan van de Algemeen Gemachtigde voor de Wederopbouw en voor Bouwnijverheid dr. J.A. Ringers. Een van de eisen die Ringers stelde was dat toepassing van staal of gewapend beton beperkt zou blijven. Baksteenconstructies genoten de voorkeur - dit materiaal was ondanks de oorlogshandelingen nog wel leverbaar. Dit gegeven leidde tot zware muren van rode handvormsteen met diep naar achteren geplaatste ramen. Profielstenen moesten voor enige verfijning in het aangezicht zorgen. Alleen voor de vloeren werd gewapend beton gebruikt.Volgens Van der Steur konden beide instituten in één gebouw worden ondergebracht, terwijl ze toch volledig gescheiden konden blijven. Voorwaarde daarbij was dat er niet naar symmetrie gestreefd zou worden. Voor Van der Steur vroeg het technisch instituut om een typisch technische tentoonstellingsruimte, terwijl het maritiem museum, als een soort kunstnijverheidsmuseum, 'om meer intieme sfeer vraagt, welke gevonden wordt in meer lage en kleinere zalen, die in afwisselende vorm achter elkaar worden geschakeld, totdat ergens in het gebouw in een vlaggenzaal van geheel afwijkend karakter een hoogtepunt in de opzet wordt gevonden.'In het exterieur van het gebouw leidde dit tot een gecompliceerd spel van symmetrie en asymmetrie op verschillende schaalniveaus. De belangrijkste gevel, die met de ingang van het Nationaal Technisch Instituut is bijna symmetrisch, maar heeft de ingang en de traptoren aan één zijde. De voorgevel van het Maritiem Museum, haaks daarop aan de andere zijde van het plein, verschilt sterk van de hoofdgevel - ook is hier geen sprake van symmetrie. Gezamenlijk vormen deze beide gevels eenheid door de gelijke traptorens op de koppen van de vleugels en doordat de ingangspartijen, naast de traptorens, ook symmetrisch ten opzichte van elkaar zijn geplaatst. De vormentaal van deze ingangspartijen komt overeen, de hoofdopzet, met trappen beide zijden naar een bordes, eveneens, maar daarbinnen echter tonen ze kleine verschillen.De groepering en de vorm van de door de diepe ligging van de ramen nogal uitgesproken vensters tonen de indeling van het complex met zijn vele verschillende ruimten en functies. De zalen in het Maritiem museum zijn van verschillende grootte en worden gemarkeerd door reeksen vensters van verschillende lengte. De grote zaal van het Nationaal Technisch Instituut heeft aan de achterzijde regelmatige vensterreeksen en wordt in de voorgevel langs de Rochussenstraat aangegeven door vijf enorme ronde vensters, die hoog in de gevel liggen. In de gezamenlijke vleugel bevindt zich op de benedenverdieping de bibliotheek, met vensters in de achtergevel. Aan de voorgevel is de gevel op de benedenverdieping gesloten, wat de aandacht trekt naar de vijf enorme vensters van de lezingenzaal, afgewisseld met pilasters, die het centrale deel van de gevel vormen. In deze gemeenschappelijke vleugel is op een zolder de apparatuur voor luchtverversing en verwarming geplaatst. Hier paste Van der Steur een oplossing toe die hij, in steeds andere varianten, wel vaker gebruikte - boven de kroonlijst geeft een mezzanino met getraceerde vensters en aan weerszijden twee beelden ter verlevendiging van het silhouet, de centrale vleugel van het complex een bekroning. De beelden, van de beeldhouwer H. Richters, tonen de man, die door de techniek over zee en lucht heerst en de vrouw die, als Historica, iets over de geschiedenis van de scheepvaart vertelt.Het gebouw werd gesloopt ten behoeve van de bouw van de metro.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...