Naam: Bejaardencentrum Beth Shalom Amsterdam
Type: bejaardencentra;
Opdrachtgever: Stichting Joods Amsterdams Bejaardencentrum
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Salomonson, H., 1975, 1978; Egberts, R., 1975, 1978; Augusteyn, E., 1975, 1978, interieur-; onbekend (Bureau Ruys, Veldhoen &); amp; van der Horst (tuinontwerp);
Adres: Akerwateringstraat 243, Amsterdam;
Archiefgegevens: NAi/SALO 224, 262, 612;RUYS 47.2151
Bijzonderheden:

Groot bejaardencentrum in Osdorp in opdracht van de Stichting Joods Amsterdams Bejaardencentrum, ontworpen in samenwerking met Rik Egberts. Het centrum ?Beth Shalom? (?Goed Huis?) werd gebouwd ter vervanging van twee verouderde huizen in de Plantagebuurt. Eerste ontwerpen voor een Joods bejaardencentrum (voor diverse locaties waaronder de Bijlmer) werden reeds in 1969 door Salomonson gemaakt (NAi/SALO 203). Het uitgevoerde ontwerp voor Beth Shalom omvat een verzorgingshuis voor 156 senioren (hoogbouw) en een verpleeghuis met 100 bedden (laagbouw). In het ontwerp werd veel aandacht besteed aan de ruimtelijke helderheid en aan de ?routing? van de gebruikers. Twee verspringende volumes zijn gegroepeerd rond een grote binnentuin die wordt omsloten door een ruime wandelgang waar de bewoners alle ruimten voor ontmoeting en ontspanning tegenkomen. Deze ruimten zijn merendeels gesitueerd in de verbindende laagbouw. De binnentuin werd ingericht door het bureau van Mien Ruys, Hans Veldhoen en Arend Jan van der Horst. De bouw werd uitgevoerd in twee fasen: het verzorgingshuis (1975-1976) en het verpleeghuis (1976-1978). De hoogbouw is opgetrokken als een betonconstructie met baksteen gevelvullingen. In de gevels is een duidelijk patroon van dragende betonlateien. De laagbouw heeft een constructie met een betonskelet van kolommen en paddestoelvloeren. De gevels van de laagbouw bestaan uit baksteenmetselwerk, glasalpanelen en houten puien en erkers. In het interieur werd baksteen in plaats van betonsteen toegepast. Het lage verbindingsgedeelte heeft een houtskelet, afgedekt met lichte betonnen platen en cassettes. De materialen van het ontwerp worden gekenmerkt door warme kleuren (rode tegels op de vloer, warmrode baksteen, blank en donkerbruin hout). Aantekening van Salomonson in zijn directiejournaal in november 1978: ?Verzorgingshuis na veertien dagen verhuizing in gebruik genomen. Ruimtewerking binnen zeer verrassend, materiaal kleur goed. Interieur stemt mij droef, niets is echt af, direktie vindt ons lastig, desolaat! Toekomstige ontwikkeling niet te voorspellen.? Aantekening in december: ?Nu geheel in gebruik, ook de verpleegpati?nten hebben voorlopig de ziekenboeg betrokken. Ik zie het allemaal een beetje minder somber. Tuinaanleg vordert. Bewoners zijn tevreden. Plechtigheid 20 dec was indrukwekkend, gaf gevoel van bevrijding.? Salomonson schreef over het ontwerp omstreeks 1986: ?Aan de rand van Amsterdam, tussen het nieuwe stadsdeel Osdorp en grazende schapen ontstond dit Joods Amsterdams Bejaardencentrum. Een deel met 7 verdiepingen, verzorgingshuis met 156 bedden, sluit aan op de flatbouw. Een laag gedeelte, 2 verdiepingen, verpleeghuis met 100 bedden, op de eengezinshuizen die het terrein omgeven. Belangrijk is een binnentuin omgeven door een wandelgang, welke alle ruimten voor algemeen gebruik verbindt. Wij werkten eraan van 1969 tot 1978. Moeilijk was het wel, actiecomit?s, een bestuur dat vond dat we het te ver zochten, teleurstelling over het gebruik van sommige ruimten, maar daartegenover is ook veel bereikt om gelukkig mee te zijn. De vorm waarin het tenslotte werd gebouwd is een gezamenlijk werkstuk met Rik Egberts.? Toelichting van Salomonson bij het ontwerp in het blad Bouw in 1979: ?[?] De situatie is boeiend. Aan de zuid- en aan de westzijde grenst het terrein aan een tuinbouwgebied, waar ook nog wel eens een paard en enkele schapen willen grazen. Aan de noordzijde wordt het besloten door experimentele woningbouw van Kloos waaraan je toch nooit voorbij kunt lopen zonder er naar te kijken. Aan de westzijde liggen brave woonhuisjes met kappen. [?] Het programma van het verzorgingshuis leidde tot een gebouw van zes verdiepingen, aangepast bij de flatgebouwen aan de overkant. Het met een dubbelgang-systeem ontworpen verpleeghuis, laag en breed, kreeg een totaal ander karakter, afgestemd op de lage woonhuizen ertegenover. De verbindende laagbouw ertussen bestaat uit een binnentuin, geheel omsloten door een wandelgang. Aan deze gang vinden de bewoners en medewerkers alle ruimten voor algemeen gebruik, de receptie, een winkel, een kleine bruine kroeg, de kapper, een bibliotheek met zitje, de vergaderzaal, een pantry, de grote recreatiezaal, een ruime afdeling voor handenarbeid en in het verpleeghuis voert de wandeling langs een uitgebreide ruimte voor fysiotherapie, waarbij dan de terugweg in het verzorgingshuis langs de cafetaria voor de medewerkers voert. [?]. Er is veel over gedacht of de kamers al of niet een eigen balkon zouden krijgen. Bij bezoeken aan bejaardenoorden was het onze indruk dat er van de balkons maar weinig gebruik gemaakt wordt en het viel ons op, hoe zeer deze, met horizontaal vlak en buitenborstweringen, het contact van de kamers met de wereld buiten verbreken. Wij ontwikkelden een kozijn met een klein onderraam waardoor de bewoner, ervoor zittend, juist ongehinderd op straat kan kijken. Daarboven een kleine bloembak buiten en een naar binnen draaiend raam. Toen we ermee klaar waren ontdekte ik dat op enkele honderden meters afstand ir. K. Rijnboutt voor gemeentelijke bejaardenwoningen een dergelijk raam al had uitgevoerd. Hij vond dat wij ons daardoor niet van de wijs moesten laten brengen! In het kozijn is een zonnescherm ingebouwd en aan de achterkant een vensterbank voor plantjes waarachter het gordijn kan wegschuiven. [?].?

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...