Naam: Woonhuis Orlow, Apollolaan 141, Amsterdam
Type: woonhuizen;
Opdrachtgever: A. en J. Orlow
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Salomonson, H., 1958, 1960; Ruys, M., 1958, 1960, tuinontwerp-; Beest, P. van, 1958, 1960, constructief advies-; Salomonson, H., 1965, ramen onderbouw vervangen door schuifdeuren en uit-; Salomonson, H., 1969, wijziging westgevel-;
Adres: Apollolaan 141, Amsterdam;
Archiefgegevens: NAi/SALO 124, 612, 614;RUYS 47.1931
Bijzonderheden:

In 1960 bouwde Hein Salomonson dit vrijstaande stadshuis, in opdracht van Alexander en Jacobine Orlow. Orlow was directeur van de Turmac Tobacco Company en kreeg met zijn opvattingen over ?kunst bij het werk? veel bekendheid. Het ontwerp van het huis Orlow behoort tot de hoogtepunten in de Nederlandse woonhuisarchitectuur van de jaren zestig. Het huis kreeg veel publiciteit. Hendrik Hartsuyker noemde het een ?stadshuis?, niet een villa, ?een perfect voorbeeld van individueel bouwen in de stad? en: ?de opdracht een vrijstaand familiehuis in een stedelijke omgeving te ontwerpen heeft niet geleid tot de gebruikelijke oplossing van een villa gebracht naar de stad op een veel te klein terrein, maar een echt stadshuis, waarin op natuurlijke wijze stedelijke concentratie en individuele vrijheid van beweging met elkaar samen gaan.? De locatie van het huis was gekozen door de Orlows zelf, een relatief klein perceel op een prominente hoek van twee brede lanen in het door Berlage ontworpen Amsterdam-Zuid, diagonaal tegenover het in aanbouw zijnde Hilton hotel. De opdrachtgevers hadden duidelijke opvattingen over het te bouwen huis. Salomonson schreef omstreeks 1986: ?Toen we begonnen had Jacobine Orlow al een schets voor het huis gemaakt en ook een duidelijk beeld hoe het uitgevoerd zou moeten worden. Ik geloof wel dat ik dat toen goed heb opgevangen en gerealiseerd. Het was een spannende en soms ook gespannen samenwerking, maar het liep altijd weer goed af en vriendschap is gebleven. Aan het interieur is in de loop der jaren veel veranderd en ook aan de ramen van de begane grond. Het karakter van de Apollolaan veranderde, het werd een drukke verkeersweg. Het is jammer - ze wonen er niet meer.? De uitgangspunten van het ontwerp en de vorm van het huis zijn ge?nspireerd op de architectuur van Le Corbusier uit de jaren twintig en dertig: een opengewerkte liggende doos op zuilen, op de parterre dienstvertrekken en boven wonen, zoals in de Villa Savoye in Poissy bij Parijs uit 1927. Het woongedeelte op de eerste etage kraagt aan drie zijden sterk naar buiten, waardoor het idee van een ?zwevende? doos in de stad ontstaat. In het ontwerp wordt het woonhuis gezien als een losse informele volgorde van vertrekken, met elkaar verbonden door een doordachte ?route architecturale?, een ?werkelijk continue woonruimte? in de woorden van Salomonson. Op de begane grond bevinden zich de entree met garderobe, een ruime hal en trap naar boven naast de inpandige garage, diverse dienstvertrekken en een gastenverblijf. De woon- en slaapvertrekken van het gezin Orlow zijn alle op de eerste verdieping ondergebracht, in een open ononderbroken sequentie van vertrekken. Een centrale gang ontbreekt. Ook in dit huis van Salomonson speelt de spanning tussen binnen en buiten een belangrijke rol. Het open maar besloten dakterras vormt een verbindend element met de omgeving en, via een open buitentrap, met de tuin. Vanuit de woonkamer heeft men volop uitzicht over de lanen, plantsoenen en het lommerrijke groen van Amsterdam-Zuid. De constructie van het huis bestaat uit een gewapend betonskelet dat de uitkragende bovenbouw draagt en waarbinnen grote muur- en glasvlakken zijn gevat. De gevels zijn opgetrokken in geglazuurde witte baksteen. De grote thermopanevensters zijn gevat in staal en houten puien. Het platte dak ligt op een houten balklaag tussen stalen liggers. De houten daklijst, die doorloopt als pergola boven het terras, accentueert de horizontale begrenzing van het huis. Inwendig is het huis afgewerkt in lichte en natuurlijke materialen, met onder andere een open haard, ingebouwde kasten, vaste meubelen en schuifwanden. Salomonson schreef over het ontwerp in het Bouwkundig Weekblad in 1961: ?Een terrein aan de Apollolaan te Amsterdam: een laan met een overvloed van groen en prachtige bomen, maar ook een invalsweg voor het verkeer. Dit verkeer heeft zich in de laatste jaren sterker ontwikkeld dan menigeen in deze woonbuurt had verwacht. De bouw van twee kantoorgebouwen en het Hiltonhotel zal deze wijziging van karakter, naar mijn mening, gemakkelijker aanvaardbaar maken. De opdrachtgevers van dit woonhuis hebben na een ruime bedenktijd de voorkeur gegeven aan dit terrein boven een stillere situering, juist omdat de beweging temidden van het grandioze vergezicht hen boeide. Uit deze situatie kwam de hoofdvorm - beneden dienstruimten, boven wonen - als vanzelf voort. Het huis is gebouwd voor een echtpaar met een levendige belangstelling voor architectuur en beeldende kunst. Toen wij met de plannen begonnen bestond er bij hen dan ook een duidelijke voorstelling van de hoofdvorm en vooral van de wijze van leven die zij in hun huis wensten te verwezenlijken. Zo ontstond een werkelijk continue woonruimte: binnenkomen in de hal beneden - trap op - kleine hal boven -woonruimte - eettafel op stenen vloer als terras - overgang naar slaapgedeelte - kleedkamer met bad;en dit alles gegroepeerd rond de terrasruimte, die weer van de buitenwereld kan worden afgesloten door venetian blinds die in de pergolabalk zijn ondergebracht. In de woonruimte kunnen afdelingen gesloten worden door witte moderne folddoors. Dit gebeurt niet dikwijls - het slaapgedeelte is zo gesitueerd dat er van de woonruimte uit niets van te zien is. Op de verdieping is verder de kamer van de dochter met cabinet de toilette en de keuken. Beneden zijn de logeerkamer en de kamer van de huishoudelijke hulp. Ook is er beneden een dienstingang met een boodschappenliftje dat in de keuken uitkomt. De tuin met vijver werd ontworpen door Mien Ruys die in ongelooflijk korte tijd door middel van beplanting ruimte wist te scheppen. De uitkragende bovenbouw met kolommen bepaalde de gewapend beton constructie. Deze werd geadviseerd door de heer P. van Beest. De bovenbouw is gedeeltelijk metselwerk, buitenmuur geglazuurde gekamde baksteen, binnenspouw en porisoklamp, gedeeltelijk staalskelet met houten puien en stalen ramen. Het dak is een houten balklaag tussen stalen liggers met een isolatie van steenwoldeken tussen de balken en een afwerking op het dakbeschot van heraklithplaten. In de zomer is deze als ventilatie te gebruiken waarbij ervoor gezorgd is dat dan de warme lucht tussen de thermopaneruiten en de zonneblinden kan worden afgezogen. Voor de zeer warme dagen is het mogelijk het dak met sproeiers nat te houden. Dit huis met de zo wisselende perspectieven en een interieur waar Louis XIV en Mies van der Rohe naast elkaar leven is moeilijk in foto?s te vangen;het druilerige seizoen werkte ook niet mee. Juist daarom wil ik Versnel en Huf danken voor het geduld dat zij daarmee - en met mij - hebben gehad!? Het huis werd verbouwd naar ontwerp van Salomonson in 1964-1965 (uitbreiding begane grond) en in 1969 (wijziging westgevel). Het werd in de jaren tachtig verbouwd door nieuwe eigenaars, waarbij het open karakter verloren ging, tot grote ontsteltenis van de architect. Aantekening van Salomonson: ?Goed is alleen de oorspronkelijke vorm zoals op deze foto?s van Versnel te zien is. Later werden, met onze medewerking, de kleine ramen in de onderbouw vervangen door schuifdeuren en de onderverdieping uitgebreid waarbij de mooie vijver van Mien Ruys verdween. Hiermee werd de uitdrukking van het boven wonen en beneden bijruimtes vertroebeld. Omstreeks ?80 is het huis verkocht en de pergola van de badkamer (zuid) clandestien dichtgebouwd. Het teakhout werd zwart geschilderd. 1990 terras verdieping westgevel dichtgemaakt, schandalig.?

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...