Naam: Buitenplaats Lyndenstein Beetsterzwaag
Type: buitenplaatsen;
Opdrachtgever: Frans Godard Ayso Boelens baron van LyndenCorneliastichting
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Roodbaard, L.P., 1825, tuin-; Bruinsma, A.; Roodbaard, L.P., 1832, overtuin en aanpassing tuin-; Nieukerken, J.J. van (Van Nieukerken), 1913, verbouwing landhuis tot verpleeghuis voor kinderen-; Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1913, verbouwing landhuis tot verpleeghuis voor kinderen-; Nieukerken, J. van (Van Nieukerken), 1913, verbouwing landhuis tot verpleeghuis voor kinderen-; Nieukerken, J.J. van (Van Nieukerken), 1913, plafonddecoratie-; Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1913, plafonddecoratie-; Nieukerken, J. van (Van Nieukerken), 1913, plafonddecoratie-; Nieukerken, J.J. van (Van Nieukerken), 1913, uitbreiding met dienstgebouw-; Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1913, uitbreiding met dienstgebouw-; Nieukerken, J. van (Van Nieukerken), 1913, uitbreiding met dienstgebouw -; Nieukerken, J.J. van (Van Nieukerken), 1913, uitbreiding woongedeelte en voorhuis van boerderij-; Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1913, uitbreiding woongedeelte en voorhuis van boerderi-; Nieukerken, J. van (Van Nieukerken), 1913, uitbreiding woongedeelte en voorhuis van boerderij-; Vrijburg, H., 1913, uitbreiding schuur met stallen van boerderij in Li-; Springer, L.A., 1915, herinrichting overtuin (niet uitgevoerd)-;
Adres: Hoofdstraat 3, Beetsterzwaag;
Archiefgegevens: coll. E. Huisman, Beetsterzwaag/;Rijksarchief in Friesland/kaartenverzameling nr
Bijzonderheden:

Het buiten bestaat uit twee delen: een tuin bij het huis en een overtuin. De aanleg bij het door A. Bruinsma ontworpen huis is in twee fasen uitgevoerd, waarvan de ontwerptekeningen bewaard zijn gebleven. Bij de realisering van de overtuin na 1832 is de inrichting van de tuin aangepast om uitzichts- of vistalijnen te creëren. Het beeld van de overtuin wordt door de vijver bepaald. Verschillende tuinsieraden zoals een kettingbrug en een tuinbeeld vervolmaken de aanleg. Het laatste stelt Neptunus voor en is vervaardigd door beeldhouwer Ignatius van Logteren. Het in 1991 afgebrande theehuis bevatte ook een wijnkelder. Voor de overtuin ontwierp L.A. Springer in 1915 een nieuw plan, dat niet is uitgevoerd.Huize Lijndestein was aan het einde van de negentiende eeuwe eigendom van het echtpaar Reinhard, baron van Lynden en baronesse van Pallandt. Hun einige dochter, freule Cornelia, was jong gestorven en het was haar wens geweest dat het huis een tehuis zou worden voor achterlijke, gebrekkige of zieke kinderen van geheel Friesland. Daarom had het echtpaar het huis gelegateerd aan één van de heren van Pallandt, met de bepaling dat als hij kinderloos zou sterven het huis zou overgaan in handen van een stichting die de wens van freule Cornelia alsnog zou verwezenlijken. De opbrengst van de erbij horende landerijen, bossen en jachtgebieden zou ten goede komen aan de bedrijfsvoering en het beheer zou worden gevoerd door het bestuur van het Haagse Diaconessenhuis.Toen de eigenaar, Rudolph van Pallandt, in 1913 kinderloos stierf werd de Corneliastichting opgericht. Het bureau Van Nieukerken werd ingeschakeld om de de plannen voor de verbouwing op te stellen. Door zijn werkzaamheden voor de ooglijdersinrichtingen van Den Haag en Groningen, had J.J. van Nieukerken intussen een zekere naam opgebouwd op het gebied van verpleeginrichtingen.Huize Lyndenstein, een 18de eeuws, classicistisch gebouw met aan de voor- en achtergevel een middenrisaliet met fronton, was door de laatste eigenaar niet bewoond geweest en sterk verwaarloosd. Het dak was lek en te laag voor een goed gebruik van de zolderverdieping. De kap werd vernieuwd en hoger opgetrokken om de zolder voor bewoning geschikt te maken. Er kwamen hier woonvertrekken voor het verplegend personeel en een operatiekamer met bijbehordende vertrekken. Midden op het dak werd een lantaarn geplaatst om de gang op de zolderverdieping te verlichten. Aan de voor- en zijgevels werd het souterrain uitgebreid waarboven terrassen werden aangebracht. Aan de voorgevel kwam een balkon, gesteund door Ionische zuilen. Aan de oostgevel kwam eveneens een balkon en aan de westgevel een lifschacht, vormgegeven als een riselerende middenpartij, eindigend in een dakkapel met fronton. In tegenstelling tot de verbouwing van huize Hoenlo, werd hier het classicistische uiterlijk van het oorpronkelijke huis door de verbouwing versterkt.De aan de zuidoostkant van het huis geplaatste stal met koetshuis, was zwaar vervallen. Deze werd gesloopt en vervangen door een langgerekt, L-vormig renaissancistisch gebouw met een aantal trapgeveltjes. Hierin werden o.a. een eigen electrische centrale voor de lift en de verlichting van het gebouw, een installatie voor het ontijzeren van drinkwater, een spoelkeuken en een laboratorium ondergebracht. Tevens was er hier een garage. In 1917 werd bij het huis nog een tuinmanswoning gebouwd, een eenvoudig renaissancistisch huisje met trapgevels, een aangekapt uitbouwtje en zelfs een kleine veranda.Tegelijkertijd werd in het dorp Lippenhuizen, op bij het huis behorende grond, een grote boerderij neergezet. De schuur met stallen werd ontworpen door H.Vrijburg, architect van de Corneliastichting, maar het ontwerp van het woongedeelte en het uigebouwde voorhuis was in handen van het bureau Van Nieukerken. Hiervoor werd teruggegrepen naar een sobere, landelijke bouwtrant met houten kruiskozijnen met luiken en aan de voorgevel, langs de dakrand, een vlechting.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...