Naam: Landhuis De Hooge Boekel Lonneker
Type: landhuizen;
Opdrachtgever: mr. Herman Van Heek
Uitgevoerd: ja
Architecten: Nieukerken, M.A. van (Van Nieukerken), 1922; Wattez, P.H., 1922, tuinontwerp-;
Bijdragen: L.J. Vreugde - tuinvazen, beeldhouwwerk aan de buitengevels, tra-, A. Alexander -beeldhouwwerk aan de buitengevels, trapbalusters, -,
Adres: , Lonneker;
Archiefgegevens: NAi/NIEU 102-106 (bestek, tekeningen, foto's),584 (p. 699-714)
Bijzonderheden:

Herman van Heek was een van de directeuren van de firma Heek en Co, toentertijd een van Nederlands voornaamste bedrijven in de textielnijverheid. Hij was een achterneef van de bekende Jan Herman van Heek, de eigenaar van het kasteel Huis Bergh te 's-Heerenberg, die de aanzet had gegeven tot de restauratie van kasteel Hernen bij Wijchen door de Van Nieukerkens (1916-1917) en die later ook de restauratie van het kasteel de Doornenburg bij Bemmel (1937-1942) mogelijk maakte. (Nederland's Patriciaat, 50 (1964), 230, 240. Charit? (ed.), 1979, II, 212) Herman van Heek bezat het landgoed De Hooge Boekel bij Lonneker. Hij wenste hierop een huis te bouwen in de geest van de oude Twentse havezaten en met de statigheid van bijvoorbeeld het Nijenhuis bij Heino, kasteel Diepenheim bij Diepenheim of huis Weldam bij Goor. Hij zocht naar een geschikte architect en door de Haagse perikelen (m.b.t. het nieuwe kantoorgebouw van de Nederlandsche Handel Maatschappij in 1919) viel zijn keuze op het bureau Van Nieukerken. De tuin had hij al laten aanleggen door de tuinarchitect Piet Wattez uit Delden die ook de tuin bij De Blauwe Kamer had verzorgd. Door de geometrische vorm van de tuin was de plaats en de richting van het huis al bepaald. Ook de vorm stond in grote lijnen vast. In tegenstelling tot de andere grote buitenhuizen van de Van Nieukerkens moest hier een streng-symmetrisch huis komen. Het eerste ontwerp was gereed in 1923 en had, ondanks het classicistische uiterlijk kasteelallures. (De Hooge Boekel, Archief NAi/NIEU102-103) De uitvoering van het huis liet echter op zich wachten, de na-oorlogse economische situatie liet de bouw nog niet toe.Toen de economische situatie stabiliseerde werden de bouwplannen weer opgevat. De aanbesteding vond plaats in 1925. Het kasteelidee was verlaten, de torens verdwenen uit het plan en ook de uitgebouwde koepelkamer werd geschrapt. Het werd een statig vierkant huis in achtiende-eeuwse trant met als enige doorbreking van de symmetrie aan de rechter zijgevel een colonnade waarop een groot terras rust. Het hele huis wordt verder door grote terrassen met balustraden omgeven, hetgeen de statigheid van het huis nog verhoogt.Bij het bekijken van de plattegrond valt op dat het hier gaat om een combinatie van het axiale-type en het huis-met-hal-type. Een gedeelte van het huis wordt doorsneden door een brede gang waarop alle belangrijke vertrekken en het trappenhuis uitkomen en waaraan ook de hal is gelegen. De hal vormt slechts de verbinding tussen de eetkamer en de salon.De aankleding van de vertrekken en de gangen geschiedde weer op de historiserende en luxe manier die we al uit de andere huizen kennen, met veel stuc en marmer en rijke betimmeringen. Voor het beeldhouwwerk werden opnieuw Louis Vreugde en A. Alexander ingeschakeld, zowel voor het zandsteen beeldhouwwerk aan de buitengevels als voor het beeldhouwen van balusters, voordeurpanelen en schouwen. In de schouwen van de hal en de eetzaal werden episoden uit de Twentse geschiedenis gehakt. Aan elk vertrek werd de nodige aandacht besteed.Het huis was aanvankelijk bedoeld als een buitenverblijf voor de zomer maar al voor dat het klaar was, stond vast dat het permanent bewoond zou worden. Van Heek heeft niet lang van het huis kunnen genieten. In 1930, drie jaar na de voltooiing, overleed hij.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...