Naam: Station H.IJ.S.M. Haarlem
Type: stations;
Opdrachtgever: H.IJ.S.M.
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Margadant, D.A.N., 1906; Werker, ir.H.W.M.; onbekend, 1953, uitbreiding met perron aan noordzijde en toegang a-;
Bijdragen: onbekend -uitvoering-, J. van den Bosch -plafondschilderingen en tegels-, Atelier Prinsenhof (Delft) -glas-in-lood-, Ed. Cuypers en fabriek Rozenburg (Den Haag) -tegeltableaus-,
Adres: Stationsplein, Haarlem;
Bijzonderheden:

Aan het begin van de twintigste eeuw werd besloten het veel te krappe station en het stationsgebied ingrijpend te reconstrueren, dit mede door de explosief toegenomen treinbewegingen tussen Haarlem, IJmuiden en het Amsterdamse havengebied. Gekozen werd voor een twintig jaar oud plan, namelijk het ophogen van de spoorwegen, zoals ook in Den Haag was gebeurd, zodat het station over de bestaande Jansweg en de Kruisweg in lengterichting uitgebreid kon worden. Het station werd voorzien van twee ontvangstgebouwen - een voor de ingang aan de zijde van de Jansweg en een voor de uitgang aan de Kruisweg - van bescheiden afmetingen aan het Stationsplein, met een verbindende ijzeren overkapping voor de rijtuigen. Via tunnels en trappen is het perroneiland bereikbaar. Op dit eiland bevinden zich vier gebouwen waarin onder meer dienstruimtes, een restauratie een een 'wachtkamer voor krankzinnigen' zijn ondergebracht. Bijzonder opvallend is het rijzige seinhuis, dat voor het grootste deel uit hout is opgetrokken. Het station te Haarlem valt bovenal op door de vormgeving en afwerking. Margadant maakte op overtuigende wijze gebruik van vormen ontleend aan de populaire Berlagestijl en Jugendstil. Met name voor het exterieur van de ontvangstgebouwen is Berlage letterlijk geciteerd, zoals goed te zien is aan de burchtachtige gevelopzet, de uurwerken die overhoeks op het gebouw zijn aangebracht en het gebruik van natuursteen op constructief belangrijke punten in de gevel. Het grote, halfronde venster boven de entree daarentegen is kenmerkend voor stationsarchitectuur. De afwerking van het interieur en de perrongebouwen, met name het seinhuis, is ontleend aan een zwierige Jugendstil met veel florale motieven. Stedenbouwkundig zijn niet zo zeer de stationsgebouwen, alswel de segmentboogvormige overkappingen het meest dominante element van het station. Deze rusten op stalen vakwerkpoten en verspringen in hoogte. In 1913 ontving Margadant een zilveren medaille van de gemeente Haarlem voor zijn stationsgebouw, dat werd aangemerkt als een van de vijf beste gevels binnen de stad. Dit was een zeldzame erkenning voor Margadant aangezien hij in het gezelschap was van bekende architecten als H.P.C. de Bazel en J.B. van Loghem. Het station werd onder meer in 1953 uitgebreid maar verkeert voor het overgrote deel nog in oorspronkelijke staat.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...