Naam: Gouvernementele Griffie Den Bosch
Type: regeringsgebouwen;
Opdrachtgever: Ministerie van Binnenlandse Zaken
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Lokhorst, J. van, 1898; Lokhorst, J. van, 1905, verbouwing Statenzaal-; onbekend, 1901, 1902, uitbreiding met vleugel en eerste archieftoren aan-; onbekend, 1908, 1909, uitbreiding met tweede archieftoren-; onbekend, 1930, verhoging deel achterverdieping-; onbekend, 1949, verhoging deel voorvleugel-; onbekend, 1950, verhoging oostelijke zijde achtervleugel-; onbekend, 1964, verbouwing zolder-; onbekend, 1971, verbouwing tot kantine-; onbekend, 1971, uitbreiding met telefooncentrale-; onbekend, 1976, uitbreiding met toiletblok-;
Bijdragen: onbekend -uitvoering-,
Adres: Waterstraat 16-18, Den Bosch;
Bijzonderheden:

De nieuwe griffiegebouwen te Den Bosch werden gerealiseerd voor de provincie Noord-Brabant. Achter het bestaande Gouvernementsgebouw, het huidige Noordbrabants Museum, werd op de plaats van oudere gebouwen, die eveneens bij de provinciale griffie in gebruik waren, rond de eeuwwisseling een nieuw complex in drie fasen opgetrokken. De bestaande griffiegebouwen waren ingeklemd tussen twee belangrijke bouwwerken: rechts het Rijksarchiefgebouw dat Van Lokhorst reeds in de jaren 1880 had neergezet, en links het oudere 'h?tel van de gouverneur'. Hoewel aanvankelijk werd uitgegaan van een ingrijpend verbouwingsplan, bestond het nieuwe ontwerp grotendeels uit nieuwbouw. Zodanig werd alles behalve de Statenzaal op het achterterrein, afgebroken. Van Lokhorst baseerde zijn ontwerp op een niet-uitgevoerd plan van een onbekend gebleven hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat. Het complex kreeg een omgekeerde T-vormige plattegrond met de hoofdgevel aan de Waterstraat. In 1898 werd gestart met de rechthoekige achtervleugel. Dit gedeelte bestond in de negentiende-eeuwse toestand uit twee bouwlagen met een overwelfde centrale gang waaraan de verschillende werkruimtes, kantoren en vergaderzalen gelegen waren. Aan de achterzijde gaf een korte dwarsgang op de begane grond toegang tot de Statenzaal. In 1930 werd de zadelkap van dit bouwdeel vervangen door een derde bouwlaag. De haaksgeplaatste hoofdvleugel aan de Waterstraat werd vanaf 1901 opgetrokken. De voorgevel wordt gedomineerd door de entreepartij, uitgevoerd in rijke laatgotische vormen die duidelijk verwantschap vertonen met die van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden, die toegang geeft tot een in bakstenen overwelfde vestibule. Deze leidt tot het centrale trappenhuis en een aan weerszijde uitlopende middengang die afgewerkt is met wandtegels. In 1930 werd dit deel met een laag verhoogd, om te kunnen voorzien in de dringende vraag naar kantoorruimte. Geheel links aan de Waterstraat bevindt zich de hogere archieftoren, die qua opzet en vormgeving lijkt op de depots van het naastgelegen Rijksarchiefgebouw. Het interieur van de Statenzaal werd eveneens door Van Lokhorst in 1904-'05 gerestaureerd, mogelijk in samenwerking met J.A.W. Vrijman. Behalve de zuidoostmuur, werden alle wanden opnieuw opgetrokken. De zaal werd uitgevoerd in rijke neorenaissancevormen met allegorische beelden van Hoop, Liefde en Geloof en de wapens van Brabantse gemeenten. Een deel van het complex is, net als het naastgelegen voormalig Rijksarchief, verbouwd tot woningen. De Statenzaal dient nu voor representatieve doeleinden.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...