Naam: Woningen en bedrijfsruimten Westerdokstrook Bickerseiland Amsterdam
Type: atelierwoningen; ,bedrijfsruimten; ,sociaal-culturele gebouwe; ,stedelijke gebieden; ,woonhuizen;
Opdrachtgever: Stichting Lieven de Key i.s.m. Buurtcommit? Westelijke Eilanden
Uitgevoerd: ja
Bestaand: 2006
Architecten: Ley, P. De, 1974, 1982; Ley, P. De, 1997, esthetisch advies voor renovatie-; Oorthuys, F., 1974, 1982, uitwerking en maquette-; Heeswijk, H. van; Teijsse, M.; Ley, P. De, 2003, 2004, renovatiestudie-; onbekend (Zeeman), 2006, renovatie-; onbekend (Heyckmann), 1974, 1982, constructie-;
Bijdragen: Aannemer Sanders Amstelveen -uitvoering-, Gemeentelijke diensten Volkshuisvesting en Ruimtel -begeleiding-, Ley-Reus, M. De -kleurontwerp-,
Adres: Grote Bickersstraat, Touwslagerstraat 1-53, 2-46, , Amsterdam;
Archiefgegevens: NAi/LEYP 19, 20, 22, 24, 26, 27, 28, 29, 32, 21, 25, 31, 30, 32, f41
Bijzonderheden:

De geschiedenis van de Westerdokstrookbebouwing gaat terug tot het begin van de jaren zeventig met de bouw van kantoren op het Bickerseiland. Dankzij het Actiecomit? Westelijke Eilanden en een wijziging van het bestemmingsplan kon de oprukkende kantoorbouw gestopt worden en woningbouw gerealiseerd worden. Door terugdringing van de bedrijfsbestemming kwam een groot terrein vrij voor woonbestemming. Aan de westzijde sluit het bouwproject aan bij de bestaande bebouwing, aan de oostzijde is het gericht op het open water. Het bouwterrein beslaat voor een deel het voormalige terrein van het staalbedrijf Vlietjonge en de firma Jonker & Zn. De meeste straatnamen verwijzen naar de vroegere bestemmingen van de Westelijke Eilanden: Touwslagerstraat, Zeilmakerstraat, Blokmakerstraat en Ketelmakerstraat. Plan Westerdokstrook omvat een stedenbouwkundig ontwerp en een bouwplan voor sociale woningbouw in drie, vier en vijf bouwlagen bestaande uit: 156 2-, 3-, 4- en 5-kamerwoningen, 9 atelierwoningen, 10 bedrijfsruimtes, 2 sociaal-culturele ruimten en 2 woongroepruimten. De meeste woningen zijn maisonettes. Het project wordt gedomineerd door twee min of meer gesloten blokken rondom openbaar toegankelijke binnenterreinen en twee randbebouwingen die elk aansluiten op bestaande bebouwing. Er is gekozen voor gesloten blokken o.a. vanwege de noodzakelijke hoge woondichtheid. Binnen de blokken is openbaar beschut gebied, waarin losse bergingen geplaatst zijn, die het ruimtelijk effect van de open binnenruimte enigszins verstoren. Hiervoor is bewust gekozen. Op deze wijze kunnen de woonkamers aan de straatzijde liggen, wat de sociale kwaliteit van de straat verhoogt. De woonblokken geven de mogelijkheid om zowel aan de straat als aan de kade goede straatwanden te vormen. De bebouwing langs het water is vijf lagen hoog (het maximum waarvoor geen lift vereist is) en sluit daarmee aan op de gevels van de kantoorpanden in de omgeving. De kade aan de Hollandse Tuin, gelegen langs het Westerdok, is door aanplemping verbreed en ingericht als wandelpromenade. Via een brug voor voetgangers en fietsers is dit gebied verbonden met de Haarlemmerstraat. De bebouwing aan de Bickersstraat met vier lagen past zich aan de bestaande bebouwing aan, de dwarsstraten hebben afwisselend drie en vier bouwlagen. De lagere woningen liggen op het zuiden vanwege zon- en lichttoetreding voor de woningen aan de overzijde gelegen. De woningen op de verdiepingen zijn bereikbaar via galerijen, gelegen op verschillende hoogtes, die soms voor en soms achter de woningen lopen. Kolommen lopen buiten en binnen het gebouw door, wat bouwfysisch tot ingewikkelde problemen heeft geleid. De galerijen worden door glazen trappenhuizen op de hoeken van de dwarsstraten ontsloten. De galerijen met luifels zijn ontworpen als verdiepingsstraatjes en geven door verbreding en overkapping ter hoogte van de woningingangen een meerwaarde aan de woningen. De gevelwanden van de blokken verspringen steeds om zo plekken aan te geven waar een opening is of de beleving van de kade en het water sterker aanwezig te doen zijn. De gevels zelf vertonen een ritmisch beeld van elkaar afwisselende balkons en erkers. Op de begane grond liggen de kleine woningen met tuintjes, o.a. bestemd voor bejaarden. De hoofdconstructie is een betonskelet van vloeren en wanden, dat in de gevel zichtbaar is gelaten. Naast de houten kozijnen is er betonsteen toegepast, dat door de lichte tint verruimend werkt in de smalle straten met sombere bakstenen. Het geheel heeft een sobere en strakke uitstraling ondanks de ritmische opbouw van de gevels. Inmiddels is er sprake van een renovatieproject, waarbij Paul De Ley officieel niet meer betrokken is. Inspiratie voor dit project is opgedaan bij het beroemde woningbouwcomplex van Michiel Brinkman met galerij-ontsluiting in het Rotterdamse Spangen (1919-1922).

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...