Naam:	Wijnkopersgildehuis Amsterdam
Type:	stadshuizen;
Opdrachtgever:	J. Th. Boelen
Uitgevoerd:	ja
Bestaand:	ja
Architecten:	Hardeveld, J.M. van; onbekend, 1633; Kok, A.A., 1921, voorgevel herstel-; Hardeveld, J.M. van, 1950, 1953, verbouwing tot museum-; Wegener Sleeswijk, C., 1956, constructief herstel-;
Adres:	Koestraat 10-12, Amsterdam;

Bijzonderheden:

Het als drie woonhuizen bedoelde brede, ondiepe pand 'Het vergulde Leeuwshooft' werd al snel gebruikt als herberg en vanaf 1634 als gildehuis. De gevel bestaat uit drie delen van twee travee?n breed met ieder een halsgevel. In het midden zit een natuurstenen poort uit 1634. Inwendig bestond het pand na 1634 uit twee bouwdelen, een woonhuis links en een gildehuis rechts van elkaar gescheiden door een middengang. Deze indeling is bij de restauratie van 1950 gewijzigd. Andere bouwfasen zijn 1655, en kort na 1757. In 1918 kwamen de twee huizen weer in ??n bezit, namelijk bij de oprichter van Vereniging Hendrick de Keyser, J. Th. Boelen. Dit huis was daarmee een aanleiding voor het oprichten van de vereniging, de stichting zelf verwierf het pand pas in 1947. In 1921 restaureerde Kok de voorgevel en verwijderde de extra ingang. In 1950 werd het woonhuisgedeelte geschikt gemaakt als tentoonstellingsruimte. Al in 1956 was aanvullend herstel nodig. Het interieur bevat speciale decoratie voor het wijnhuisgilde, bijvoorbeeld gesneden consoles in Lodewijk XV-stijl met wijnranken erin verwerkt.

  Literatuur