Naam: Tweede Synagoge en administratiegebouw Nieuwe Molstraat 13-15 Den Haag
Type: joodse bouwwerken; ,synagogen;
Opdrachtgever: Nederlandsch Isra?lietische Gemeente 's-Gravenhage/1923 en 1961
Uitgevoerd: ja
Bestaand: nee
Architecten: Groot, J.H. de, 1961, verbouwing-; Elte Phzn., H., 1923;
Bijdragen: fa P.J.Paternotte & S.N. Hagemeijer - uitvoering-, W. Bogtman -glas-in-lood-,
Adres: Nieuwe Molstraat 13-15, 2512 BH, Den Haag;
Archiefgegevens: Bouw- en Woningtoezicht 's-Gravenhage: dossier 2384; Bedrijfsarchief W. Bogtman,
Bijzonderheden:

Het complex omvatte een administratiegebouw met een rabbinaatsruimte, een onderwijsbureau, een conci?rgewoning (3e etage Nieuwe Molstraat 13) en een synagoge en werd in 1924-1925 gebouwd door aannemer firma P.J. Paternotte & S.N. Hagemeijer, Amsterdam. De synagoge werd ingewijd op 8 september 1925. Het gebouw is gebouwd op een terrein grenzend aan dat van de 19e eeuwse Grote Synagoge in de Wagenstraat en lag dus in de oude jodenbuurt van Den Haag. Het gebouw voorzag in extra ruimte, waar het toentertijd stijgend aantal verenigingen bijeenkomsten kon houden. Omdat men verwachtte dat na verloop van tijd een deel van de joden uit deze buurt zouden wegtrekken naar nieuwe buitenwijken, wenste de kerkenraad de nieuwe synagoge in een administratiegebouw vlakbij de Grote Synagoge op te nemen. Het gebouw kreeg geen vaste bestemming en diende zonodig voor iets anders gebruikt te kunnen worden. Om die reden mocht het karakter van een synagoge niet in de voorgevel tot uitdrukking komen. Vanwege de 'zeer gunstige informaties' en omdat Elte durfde te bevestigen dat de aanneemsom niet met een zeker percentage zou worden overschreden, verleende de kerkenraad in 1923 de opdracht aan hem en niet aan de Haagse architect Lodewijk Simons, die gewoonlijk voor de joodse gemente werkte en die deze waarborg niet wilde geven. Vanwege de lichtinval projecteerde Elte de sjoelruimte aan de achterzijde op de eerste verdieping met 230 mannenzitplaatsen en een galerij langs drie zijden op de tweede etage met 120 vrouwenzitplaatsen. De synagoge kreeg een vrij steil dak, gedragen door een stalen vakwerkconstructie, bekleed met leien, dat alleen vanaf de achterzijde zichtbaar was. Deze driehoek van de kap in de achtergevel was voorzien van glas. De driehoek vormde een thema dat op nog twee andere prominente plaatsen in het gebouw terugkeerde. De gebedsruimte was overdwars, dat wil zeggen met de aron midden tegen een van de lange wanden. De aron was sober, maar indrukwekkend vormgegeven. De eigenlijke rechthoekige kast voor de wetsrollen was opgenomen in een grote driehoek van donker gebeitst eikenhout en geplaatst tegen een met donker marmer beklede wand. Aan de straatzijde waren de administratieve ruimten en de vergaderzaal van de kerkenraad gelegen. De voorgevel was in de stijl van de Amsterdamse School. De horizontaal gekoppelde vensters op de begane grond en de tweede verdieping, de rondingen in het metselwerk en de torenvormige opbouw aan de rechterzijde zijn typerend voor deze stijl. De hoofdtoegang tot de synagoge werd benadrukt door een driehoekige bekroning waarvoor een lantaarn hing. Rechts was een aparte toegang naar de administratie, de vrouwengalerij en de woning op de derde verdieping. Door de firma W. Bogtman, Haarlem, werd divers glas-in-lood geleverd. Door verhuizingen uit 'de buurt' werd deze offici?le tweede gemeentesynagoge al in 1938 overbodig. Van 1938 tot 1942 was de synagoge in gebruik als 'jeugdsjoel'. Het bestuurlijk centrum van de joodse gemeente bleef er wel gevestigd. In 1961 werd het gebouw verbouwd tot Joods Centrum, een complex met vergader- en feestzalen. De synagoge werd een feestzaal met 174 zitplaatsen, een toneel en een buffet. Het steile dak werd vervangen door een plat glazen dak op vakwerkliggers. In 1981, nadat het gebouw al geruime tijd niet meer als synagoge in gebruik was, werd het verkocht aan de gemeente Den Haag en werd het gesloopt.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...