Naam: Provinciehuis Overijssel Luttenbergstraat Zwolle
Type: provinciehuizen;
Opdrachtgever: Provinciaal Bestuur van OverijsselGedeputeerde Staten Overijssel
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Tempelman, Th.; Salomonson, H.; Ruys, M.; Duintjer, M.F. (Duintjer, Istha, Kramer & Van Willegen), 1961, 1972;
Bijdragen: Tempelman, Th. Amsterdam -beeldend kunstwerk-, Citroen, P. -beeldend kunstwerk-, echtpaar Scholten-v.d. Rivi�re -beeldend kunstwerk-, Dordeigne, E. -beeldend kunstwerk-, T.N.O. , Rijswijk -advies akoestiek-, Adviesbureau Verhoeven, Amersfoort -advies installaties-, Huisman, Nicola� & Langhout -constructie-, Van Egteren Bouwnijverheid uit Enschede -uitvoering-,
Adres: Luttenbergstraat, Zwolle;
Prijsvraag: meervoudige opdracht provinciehuis Overijssel
Motto: Over de IJssel
Bijzonderheden:

Aan het definitieve ontwerp gaat een meervoudige opdracht met vijf verschillende architecten vooraf. Duintjer maakt een ontwerp, evenals ir. Boks, prof. Holt, H. Mastenbroek en bureau Koning en Reintjes. Het winnende ontwerp van Duintjer, met als motto �over de IJssel�, bestaat uit een administratieve hoogbouw en laagbouw voor representatieve doeleinden. Volgens de jury: �De architectuur heeft grote verdiensten. Met een fijn afgestemde fantasie zijn de verschillende massa's onderling afgewogen, en is door boeiende toevoegingen de nodige verrijking tot stand gebracht�. Het provinciehuis staat in het stadspark van Zwolle, de Weezenlanden. Dat de stedenbouwkundige opzet van het plan door Duintjer als zeer belangrijk is gezien, wordt duidelijk uit zijn toelichting: 'Het wandelterras - gestoffeerd met banken, een enkele zandbak voor kleuters, een speelbassin, mogelijk een kleine kiosk, zal zijn voortzetting vinden in de wandelweg langs de Wethouder Alferinkweg en zo, gelegen tussen de binnenstad en het zuidelijke stadsdeel, een element vormen in de uitleg voor de Weezenlanden�. De twee gebouwdelen zijn verbonden door de zwevende gang op de eerste verdieping, waaronder de entrees naar beide gebouwdelen liggen. Dit garandeert een wijde, open doorkijk en een zeer directe relatie tussen het gebouw en landschap. Rondom het representatieve gedeelte zijn openbare terreinen aangelegd met groen en banken, om het dagelijks leven zo dicht mogelijk bij het gebouw te brengen. In het representatieve gedeelte ligt de statenhal centraal met daaromheen verschillende ruimten, van koffiekamers tot kleine vergaderruimten en flexibel te gebruiken kantoren. De zaal is opgetrokken in rood metselwerk met een witte voeg, zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde, en steekt boven het dak uit. In het dak van de zaal bevinden zich veel dakramen; het dak wordt gedragen door een lichte wit geschilderde stalen vakwerkconstructie. De kantoren bevinden zich in een schijfvormig gebouw, aan beide zijden van een middengang. De transparante gevels van beide gebouwdelen zijn zeer expressief door het gebruik van stalen balken, die door de gevel steken. In de afwerking vinden we de materialen terug die Duintjer in deze periode veel toepaste: rode baksteen, gebouchardeerd beton, blank hout, stalen kozijnen en natuurstenen vloeren. In het gehele gebouw is airconditioning toegepast, voor die tijd uitzonderlijk, maar vanwege de grote glasoppervlakken ongetwijfeld geen overbodige luxe. De oppervlakte van het bouwterrein is 30.000 m2, het bebouwd oppervlak 3.000 m2, het bruto-vloeroppervlak 27.000 m2, de bruto-inhoud 90.000 m3. De totale stichtingskosten bedroegen fl. 47 miljoen.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...