Naam: Verpleeghuis De Merwebolder Crayensteyn Sliedrecht
Type: verpleeghuizen;
Opdrachtgever: Algemene Stichting tot Verzorging en Verpleging van Zwakzinnigen
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Dijkstra, Tj. (Architectengroep Verster Dijkstra Cannegieter), 1968; Dijkstra, Tj. (architectengroep Verster Dijkstra Cannegieter), 1969, Kinderpaviljoens 1 en 2, AP, huisvesting personeel-; Dijkstra, Tj. (Architectenbureau Dijkstra), 1990, plan voor verbouwing-;
Bijdragen: aannemingsbedrijf Edam -uitvoerder Kinderpaviljoens-, Korteweg, Breda -uitvoerder rest van het project-,
Adres: Crayensteyn 1, Sliedrecht;
Archiefgegevens: archief Dijkstra/9003, 6825, 6919-6920, 6929-6936, 6938-6945
Bijzonderheden:

In september 1968 werd bureau Verster benaderd door de ASVZ voor het ontwerp van een nieuwe zwakzinnigeninrichting. Dijkstra nam het project op zich. Het programma van eisen was opgesteld door deskundigen uit de wereld van de zwakzinnigenzorg en ouders van zwakzinnigen, bijgestaan door het Bouwcentrum in Rotterdam als adviseur. De Architectengroep had op dat moment nog geen ervaring met de huisvesting van geestelijk gehandicapten. Dijkstra ori�nteerde zich op de opgave door gesprekken met de opdrachtgever en door inrichtingen elders in Nederland te bestuderen.Dijkstra ontwierp een gebouwencomplex dat door een brede waterpartij gescheiden werd van de naastgelegen woonwijk. Centraal op het terrein lagen in een compacte setting, het hoofdgebouw met centrale voorzieningen, het activiteitencentrum waar de geestelijk gehandicapten hun dagelijkse bezigheden uitvoerden en een gebouw voor de technische diensten met de centrale keuken. Om het gebouwencomplex kwam een �slotgracht� met bruggen die leidden naar een parkachtig, met bomen beplant terrein. In het eerste ontwerp zouden zich hier drie groepen van drie paviljoens bevinden. Maar tijdens de planuitwerking werd het aantal bewoners teruggebracht van 600 naar 480. Het aantal paviljoens werd daarop gereduceerd tot zeven: een cluster van drie kinderpaviljoens en een cluster van vier volwassenenpaviljoens.Het hoofdgebouw werd opgetrokken uit een slank prefab betonskelet met binnenwanden van lichtgrijze betonsteen en houten kozijnen. Het biedt plek aan onder andere een centrale ontmoetingsruimte met kantine en een zaal voor bijeenkomsten, een afdeling fysiotherapie met zwembad, een gymzaal, een vleugel voor bedlegerige inwoners met een ziekenboeg, onderzoeks- en behandelkamers, opleidings- en personeelslokalen en het ketelhuis. Op de verdieping van dit gebouw bevinden zich de bestuursruimten.De scheiding tussen werk- en woongebieden komt voort uit de gedachte dat het goed zou zijn de huisvesting en de dagactiviteiten van de bewoners gescheiden te houden. Op die manier werd bijgedragen aan een dagritme dat overeenkomt met dat van de normale maatschappij.De woonruimten zijn ondergebracht in de zeven paviljoens. Ieder paviljoen heeft een centrale binnenruimte met een houten tentdak. Deze binnenruimte is in de kinderpaviljoens bestemd voor sport en spel bij slecht weer, bij de volwassenenpaviljoens dient hij als ontmoetingsruimte. De paviljoens zijn opgetrokken uit schoon metselwerk van betonsteen en hebben gebeitste houten kozijnen. In de paviljoens bevinden zich onder andere een woonkamer, keuken, sanitaire voorzieningen en slaapkamers voor drie tot zeven personen. Elke eenheid heeft aansluitend op de woonkamer, een eigen buitenruimte die omgeven wordt door gemetselde muurtjes en houten pergola�s.Dijkstra besteedde veel aandacht aan het effect van de bebouwing op de bewoners. De nadruk in het ontwerp ligt op een stapsgewijze overgang van openbaar (het centrale entreegebied en de parkachtige omgeving) via semiopenbaar (de centrale ruimten in de paviljoens) naar priv� (de woonruimten per groep). Het ontwerp voor de Merwebolder is gebaseerd op de destijds gangbare idee�n over gehandicaptenzorg. Indertijd werd ervan uitgegaan dat geestelijk gehandicapten een eigen, duidelijk ingedeelde wereld nodig hadden die aangepast was aan hun beleving. De instelling werd bovendien zoveel mogelijk gescheiden van de reguliere samenleving. In Nederland werden deze idee�n vooral gepropageerd door J. Veerman, geneeskundig inspecteur voor de Geestelijke Volksgezondheid.In Sliedrecht is de harde ruimtelijke scheiding tussen de inrichting en de omliggende wijk inmiddels opgeheven en de Merwebolder is daarmee een deel van het dorp geworden. Het resultaat draagt wel de sporen van een late omslag in beleid. Dijkstra betreurt het dat hij bij het ontwerp van de Merwebolder nog uit moest gaan van inmiddels achterhaalde uitgangspunten.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...