Naam: Gebouw voor den Industrieelen Eigendom (Hoofdkantoor Postcheque en Girodienst) Spaarneplein Den Haag
Type: kantoorgebouwen;
Opdrachtgever: Landsgebouwdienst Tweede District (intern)
Uitgevoerd: ja
Bestaand: ja
Architecten: Bordes, P.F. de (Landsgebouwen Tweede District), 1920, 1922; Knuttel, D.E.C. (Landsgebouwen Tweede District), 1920, 1922, supervisie-; Kooij, H.J.A. van der (Landsgebouwen Tweede District), 1916, schetsen plattegrond-; Bremer, G.C. (Landsgebouwen Tweede District), 1920, 1922, leiding uitvoering-; Prent J.R. (Landsgebouwen Tweede District), 1920, 1922, trappenhuis-; Robbers, J.G. (Landsgebouwen Tweede District), 1937, 1939, uitbreiding-;
Bijdragen: onbekend -uitvoering-, Lunteren, J.P.H. van -beeldhouwwerk (tufsteen)-,
Adres: Spaarneplein, 2515 VK, Den Haag;
Archiefgegevens: Nationaal Archief/Afdeling Kaarten en tekeningen, 4.RGD, inv.nr. 539, 1986;Museu
Bijzonderheden:

Het gebouw kwam tot stand als behuizing voor de Industriële Eigendom. In 1920 werd het pand echter aan de Postcheque- en Girodienst uitbesteed en vier jaar later werd het in gebruik genomen als Hoofdkantoor Postcheque- en Girodienst. In 1937 en 1938 verrees er als uitbreiding een nieuwe vleugel aan de rechterkant van het gebouw, ontworpen door rijksarchitect J.G. Robbers (1881-1943).Het imposante, vier verdiepingen hoge gebouw is op een straathoek geplaatst. De twee kantoorvleugels komen samen op de hoek waar de derde vleugel zich bevindt. Deze drie vleugels zijn door forse torens bij elkaar gebracht. De derde vleugel vormt de voorgevel waarin een monumentale ingang is ondergebracht. Van de ingang komt men in een omvangrijke hal met een monumentale trap. Op de gevels zijn de hoge smalle vensters in groepen van drie en vier bij elkaar gerangschikt.De officiële architect van het gebouw is rijksarchitect P.F. de Bordes (1886-1933). Volgens de auteurs van het boek De Rijksbouwmeesters werden de eerste plattegrondschetsen door adjunct-rijksbouwmeester J.A. van der Kooij (geb. 1856) vervaardigd en kreeg De Bordes opdracht deze uit te werken. Het sobere interieur werd waarschijnlijk door De Bordes en later door J.R. Prent (1881-1952) ontworpen.De auteurs van het boek zijn van mening dat het ontwerp sterke verwantschap vertoont met Bremers werk. Ze maken stilistische vergelijkingen met het tweede ontwerp van Bremer voor de Rijksacademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, het Hoofdpostkantoor van Rotterdam en het Kantoor van het Hoofdbestuur van Posterijen en Telegrafie aan de Kortenaerkade te Den Haag. Hun conclusie is dat De Bordes, toen nog een jonge architect in de dienst, alleen uitvoerder van Bremers ideeën was. Er zijn echter geen bronnen beschikbaar die Bremers auteurschap aantonen.Zowel het exterieur als het interieur zijn vrijwel intact gebleven. Het beeldhouwwerk is van beeldhouwer J.P.H. van Lunteren, die in vaste dienst bij het Rijk was.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...