Naam: Bebouwingsplan VaRa-strook Valkenburgerstraat e.o. Amsterdam
Type:
Opdrachtgever: Bouwfonds Woningbouw/Gemeente Amsterdam
Uitgevoerd: nee
Architecten: Bosch, Th.J.J. (Bosch (Bosch, Th.J.J.)), 1988;
Adres: Mr. Visserplein, Amsterdam; Rapenburgerstraat, Amsterdam; Valkenburgerstraat, Amsterdam;
Archiefgegevens: NAi/BOSC 196, 197, 198, 199, 200, 201, 202, 203, 381, 382
Bijzonderheden:

Na de bouw van de IJ-tunnel liet de stedelijke vernieuwing van het oostelijk deel van de Amsterdamse binnenstad lang op zich wachten. De grootschalige sloop van huizen voor de aanleg van het trac? had veel weerstand van bewoners opgeroepen tegen nieuwe gemeentelijke plannen. De VaRa-strook, een langgerekte kavel tussen de Valkenburgerstraat en Rapenburgerstraat in het verlengde van de tunnelmond, was eind jaren zeventig een potenti?le locatie voor de bouw van de nieuwe Letterenfaculteit. De opdrachtgever koos echter voor een locatie binnen de grachtengordel, maar de architect van de Faculteit raakte desalniettemin via een besloten prijsvraag bij de planvorming voor de strook betrokken. Het ontwerp van Theo Bosch werd het best ontvangen, maar bleek evenals de andere bebouwingsvoorstellen financieel onhaalbaar.
De plannen van Bosch, OD 205, Girod en Groeneveld, Benthem en Crouwel en Kees de Kat stagneerden ondermeer door de financi?le wijzigingen in het centrale volkshuisvestingsbeleid van eind jaren tachtig. Uiteindelijk werd het gebied in de vrije marktsector ontwikkeld door Mabon, dat via de prijsvraag al bij de planvorming was betrokken. Onder de nieuwe naam Markenhoven werd naar een stedenbouwkundig plan van het Haagse bureau Atelier PRO in workshopverband een nieuw programma van eisen uitgewerkt. In 1999 werden de eerste woningen in Markenhoven opgeleverd.
Tijdens de hoogtijdagen van de inspraakstadsvernieuwing werden buurtbewoners betrokken bij de nieuwe planvorming, door de oprichting van een werkgroep waarin zowel bewoners als gemeenteambtenaren vertegenwoordigd waren. In 1986 presenteerde de werkgroep een conceptnota met vijf varianten op de verkeersafwikkeling rond de VaRa-strook. Het bij de werkgroep favoriete model - met een smalle tunnel onder de Valkenburgerstraat en een nieuwe Hogeschool voor de Kunsten op het Mr. Visserplein - werd goedgekeurd door Gemeenteraad, al werd in de jaren negentig weer afgezien van ondertunneling. Op basis van het voorkeursmodel werd een concept-stedenbouwkundig programma van eisen opgesteld en drie tenders van ontwikkelaars-architectenbureaus uitgenodigd een ontwerp te maken. De in juni-juli 1988 tentoongestelde plannen van de ontwikkelaars Volker Stevin en Mabon werden respectievelijk als 'grootschalig' en 'met onduidelijke consequenties' gekwalificeerd. De inbreng van het Bouwfonds en Theo Bosch kreeg meer waardering van de werkgroep, onder meer vanwege het 'gevoel voor het bestaande'.
Theo Bosch deed enkele voorstellen voor bebouwing en wijziging van de infrastructuur buiten het plangebied om de functionele en ruimtelijke relaties tussen de VaRa-strook en de omringende buurten te verbeteren. De Jodenbreestraat, de westelijke begrenzing van de kop van de strook, werd voorgedragen als groene wandelpromenade. De aantrekkelijkheid van de route tussen de Nieuwmarkt en de Plantage zou kunnen worden vergroot met marktkramen. Hiermee zou zowel het door de bouw van de Stopera te vol geraakte Waterlooplein kunnen worden ontlast, als het verblijfsgebied bij het weinig geliefde Maupoleum worden verlevendigd. Voor informele dwarsverbindingen met de Nieuwmarktbuurt stelde Bosch voor, de Uilenburgergracht te overspannen met fiets- en voetgangersbruggen. Door een deel van deze gracht te dempen zou met een strook woongebouwen de weinig attractieve achterkant van de bedrijfsgebouwen aan de Valkenburgerstraat kunnen worden verhuld door een nieuw waterfront.
Omdat het in het programma van eisen opgenomen aantal vierkante meters kantoorvloer niet 'hard' was, maakte Bosch voor de VaRa-strook drie modellen op basis van hetzelfde stedenbouwkundig basisconcept. Ten opzichte van de varianten is in het uitgewerkte voorkeursmodel in het haakvormig blok aan de Jodenbreestraat geen hotel opgenomen. De eerste schetsontwerpen duiden op een multifunctionele bestemming voor dit blok met onder meer een theater en theatercaf? in de onderbouw. Het geschetste massieve bouwvolume vormde de pendant van de aan de andere kant van de Jodenbreestraat geprojecteerde Hogeschool voor de Kunsten. De multifunctionaliteit werd uiteindelijk beperkt tot de hotelbestemming in de varianten. Het compacte volume verving Bosch door een haakvormig blok, als meer consequente component van de verkavelingsstructuur.
Wat betreft deze verkavelingsstructuur was in het programma van eisen een voorkeur vermeld naar woningen rond hoven. In zijn plantoelichting stelde Bosch dat met een hovenstructuur teveel woningen op dwarsstraatjes geori?nteerd zouden worden. De keuze viel op een langgerekt groen binnenterrein met het voordeel van veel licht en lange zichtlijnen. Het binnenterrein wordt omzoomd door haakvormige bouwblokken op de kopse zijden van het terrein en strookbebouwing langs de Valkenburgerstraat en Rapenburgerstraat. Ter accentuering van de toegangen naar het centrale openbaar groen zijn de koppen van de stroken hoger uitgevoerd, zoals ook de haakvormige blokken naar de zijkanten van de Vara-strook in hoogte toenemen. Arcades langs een deels met bedrijfsruimtes ingevulde plint bieden de voetganger een aangename wandeling door de Valkenburgerstraat. De strook aan de Rapenburgerstraat is licht gekromd zodat vooral ten gunste van de parterrewoningen ruimte werd gecre?erd voor een groenstrook. Ter versterking van de eenheid in architectuur zijn alle woningen - van woningwet tot vrije sector - voorzien van serres.
Aan de westkant van de Jodenbreestraat, tussen de Portugees-Isra?lische synagoge en de Mozes en Ara?nkerk, lag temidden van een verkeersrotonde het Mr. Visserplein. In 1986 werd de plek aangewezen als nieuwe locatie voor de over 26 gebouwen verspreide Hogeschool van de Kunsten. Volgens Bosch moest de nieuwbouw zich voegen in de context van 'stevige' gebouwen in de omgeving (zoals de kerken, het Maupoleum en de Stopera). In het schetsontwerp worden de contouren van het plein gevolgd en de rooilijnen van de bebouwing zijn zoveel mogelijk uit de omgeving afgeleid. De afgeschuinde hoeken verzelfstandigen de bouwmassa. De in het programma van eisen gesuggereerde glazen publiekshal verwerkte Bosch als transparante onderbouw van de vijf bouwlagen tellende Hogeschool. De hal biedt uitzicht in diverse richtingen en vormt het verlengstuk van de open galerij aan de Valkenburgerstraat.

  Literatuur

Illustraties:

Literatuur wordt geladen ...