Over (zakelijk) expressionisme, modernistische betonwoningen en traditionalisme
Mart Franken studeerde af in de Kunst- en cultuurwetenschappen met een masterscriptie over de rol in de katholieke architectuurduscussie van de Amsterdamse architect J.M. van Hardeveld en werkt nu aan een BONAS boek over het hele oeuvre van deze architect. Van Hardeveld werd aanvankelijk bekend om zijn modernistische volkswoningbouwprojecten, werd naderhand katholiek en wierp zich op als zich als criticaster van traditionalistisch werkend katholieke architecten als Granpré Moliere en Kropholler.
Het leven en het werk van Van Hardeveld zijn tot nog toe onderbelicht gebleven. Enerzijds komt dit wellicht omdat hij nauwelijks tot geen archief heeft nagelaten, waardoor het lastig is zijn oeuvre goed in kaart te brengen, anderzijds kan men hem niet binnen een bepaalde stroming plaatsen. Dat neemt niet weg dat hij een belangrijke en veelzijdige rol heeft gespeeld in de Nederlandse architectuur van de twintigste eeuw, tot en met de eerste jaren van de wederopbouw.
In Amsterdam bouwde hij aanvankelijk complexen woningen in de Indische buurt en de wijk De Baarsjes, in de stijl van de late Amsterdamse School, maar spoedig werd hij vooral bekend door zijn modernistische betonwoningen in Rotterdam-Zuid (1921-1922). Deze werden opgetrokken in betonblokken volgens het isola-bouwsysteem. De opvallende, stedenbouwkundig fraai gesitueerde woningen, in wit met rode accenten, werden opgenomen in het tijdschrift De Stijl en ondervonden veel weerklank in het buitenland.
Nadat Van Hardeveld zich vanwege zijn huwelijk bekeerd had tot het katholieke geloof, nam hij vooral in de jaren dertig een prominente positie in, in het architectuurdebat in katholieke kringen. Hij zette zich daarbij af tegen een tweetal andere architecten, die zich ook op latere leeftijd tot het katholieke geloof bekeerden, M.J. Granpré Molière (1883-1972) en A.J. Kropholler (1881-1973), die wel worden beschouwd als dé leidsmannen van de in het interbellum als ‘traditionalistisch’ aangeduide, dominante stroming in de bouwkunst. Van Hardeveld verwierp met kracht de door deze architecten beoogde ‘monopolisering’ van de katholieke architectuur. Hij was begiftigd met een scherpe pen en tong, en schuwde de provocaties in zijn polemieken niet. Van Hardeveld was auteur van meer dan 150 door de auteur getraceerde publicaties over (voornamelijk) architectuur, en bovendien bestuurslid van de voornaamste gremia, waarin de toenmalige katholieke architecten en kunstenaars verenigd waren.
De door hem steeds bepleite veelzijdigheid uitte zich zeker in zijn eigen werk doordat hij in alle destijds gangbare stijlen heeft gebouwd. Hij ontwierp een paar duizend woningen, behalve in de hierboven reeds genoemde wijken, ook nog vóór de Tweede Wereldoorlog in het beroemde Plan Zuid van H.P. Berlage en erna in het even bekende AUP (Amsterdams uitbreidingsplan) van Cornelis van Eesteren. Ook scholen, winkelpanden en religieuze gebouwen, zowel in Amsterdam als elders in het land. Het betrof daarbij niet alleen kerken, maar ook het beroemde, grootschalige, Klein-Seminarie te Apeldoorn (1935).
Gedurende zijn hele carrière heeft Van Hardeveld de flexibiliteit getoond om te ontwerpen op een wijze, die hij en zijn opdrachtgevers uit zeer diverse gremia passend achtten. Zijn leven en werk zijn onterecht onderbelicht, en worden in de komende bonas-uitgave voor het eerst in de schijnwerpers gezet.
Naast een rijk geïllustreerd essay, volgt de chronologisch geordende oeuvrelijst, eveneens van vele afbeeldingen voorzien, met name afkomstig uit Het Nieuwe Instituut en het Stadsarchief Amsterdam. Ook kon gebruik worden gemaakt van onbekend materiaal uit het familiearchief Van Hardeveld. Diana Nieuwold van kerkfotografie.nl en Annemarieke Verheij stelden belangeloos prachtig fotomateriaal ter beschikking. Naast de bibliografie, zijn de publicaties van Van Hardeveld zelf in een apart overzicht opgenomen.
Over de auteur:
Mr Mart J.M. Franken MA (Bergen op Zoom, 1950) was na zijn rechtenstudie van 1973 tot 2016 advocaat in Breda. Vanaf 2013 studeerde hij Kunst- en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zijn bachelor behaalde hij eind 2018 en zijn master begin 2021. Zijn masterscriptie ging over de positie van de Amsterdamse architect Jan van Hardeveld (1891-1953) in de bouwkunst, meer in het bijzonder over zijn bijdrage aan het debat over de katholieke architectuur in het interbellum. Voor deze bonas-uitgave zette hij zijn onderzoek over deze architect voort, waarbij zijn gehele oeuvre werd gereconstrueerd.